In den name des heeren Amen. Op huijden de eerste October anno xvi dertich Compareerden voor mij Jacob Cornelisz van der Gheest notaris publicq[ue] openbaer not[ari]s bijden hove van hollant geadmitteert, residerende binnen de Stadt Alcmaar ende de getuijgen nae ge- noempt, d’eersame Willem Jacobsz ijpenlaen ende eersame Maritje Pieters d[ochte]r oude luijden geechte man ende wijff, wonende buijten de Kennemerpoort deser Stadt ons not[ari]s en getuijgen wel bekendt gaen ende staen, beijden hare verstandt, redenen en memorie wel hebbende als claerlijck bleek, d’welcke aenmerckende de cortheijt van smenschen leven, de sekerheijt des doots en d’onsekerheijt van ure vandien, willende daerome disponeren bij forme van Codicille, alleer de doot, haer der wech onder gaet, hebben mits dus met haer eijgen vrije willen, ende voor bedachten [?]e zoo zij ver- claerden, gemaeckt en georduneert t'gene hier nae volcht Eerst bevelende hare Edele ziele Godt de heere almachtich ende haer doode lichamen de Christel[ijke] begravinge hebbende voorts zij comparanten genudeert[?] en geapprobeert, als zij doen bij deze alle tgene zij voor dese hebben gemaect gedisponeert ge- wilt en begeert, t’sij bij testamente codicille, ofte andersints, willen dat alle t’selve effect sal sorteren voor zoo veel tselve bij elxs haren codicille niet en beste gealtereert en verandert als wordt haren lieden uijterste wille en begeren dat die kinderen van Trijn Willems hare dochter huijsv[rouw]e van Jan Steffensz wonende tot Heijloo, die zij nu heeft, ende noch pro- creren zal mogen, bij representeren in haerlieder moeders " "plaetse sullen comen erven ende succederen, inde goederen, die zij comparanten sullen comen nae te laeten mits dat d’selve kinderen ouders, en den langstlevende vandien, hebben beuren en ontfangen sullen, die renten en vruchten vande selve hare kinderen goederen, haerluijder leven langh gedurende, des zoo willen ende begeren zij dat die voorn[oemde] rente ende vruchten der versz[chreven] goederen, als oock t'gene d’versz[chreven] hare dochteren, zoo

int huwelijck als andersints gehadt ende genoten heeft " "haer ge- imputeert ende toegerekent zal worden in voldoening van haer legitieme portie, haer t'gene versz[chreven] is mackende bij dese d’selve hare dochter verbinden oock de detractie[?] vande trebellinique portie inde bondichste forme, wunchste[?] daelijk[?] zijnde noch willen ende begeren zij comp[arante]n dat de goederen die de versz[chreven] hare dochters kinderen van hen comp[aranten] sullen comen te erven van t’eene kindt sterven zouden wettigen weijven blijckende geboorten nae te laten, opte andere erven en besterven sullen tot het leste toe, ende besterven alsoo sterven, begeren zij dat d’selve geoderen, zonder verminderingen ofte afftreckingen van trebellinique portie weder sullen comen erven ende devoleeren aen naesten van haer comp[aran]ten bloede, van waer die gecomen zijn, sonder indien gevallen daervan te mogen vervreemden In eeniger manieren. Alle t'welcke versz[chreven] staet, ver- claerden de voorn[oemde] comp[aran]ten haer uijterste willen ende t’ gene te wesen, willende dat t’selve sta[n]dthouden en volcomen effect sorteren zal, sulcx t’selve alder vaste [?]e rechte ofte costumen van lande best zal mogen, versouckende als mij voorn[oemd] notaris we[?] stipuleren ende stipulae ontvangen nemen heulijk hier gemaeckt, ende gelevert te werden, een ofte meer publ[icque] Instrumente inder bester forme. Aldus gedaen buijten de Kennemerpoort der Stadt Alcmaer ten woonhuijse van comp[aran]ten ter p[rese]ntie van Willem Jansz Houtcooper, en Pieter Adriaensz Backer poorters der voorsz[egde] Stadt als getuijgen van goede gelove hier toe met mij notaris versocht en gebooden, te dage ende Jare voorsz[eg]t
Willem Jansz houtcoper

pieter aeryaensoon

J. vander Gheest Not[ari]s publ[icque]