95 Op huijden den XXIJen novmb[er] 1600 compareerde voor mij Jan van Cortenbosch not[ari]s publijck ende den onder geschreven getuijgen Franchoijs van Damme velleplotter wonende binnen der stadt Leijden verclaerende ende bekennende dat hij inde voorleden maent van octob[er] gedachvaert zijnde vanweg[e] Henrick van Heemskerck als procur[eur] ende gem[achtigde] van Jasper de Winter ende Aelbrecht Gijsbertsz coopluijden tot Middelburch voor de vierschare van schepen[en] der versz[egde] stede van Leijden omme betaelinge van een somme van dertich ponden vijfthien ende groten vlaems offstaende vijff gelijcke ponden daer op betaelt daer
sij de voorn[oemde] de Winter ende Aelbrecht Gijsberts uuijt saecke der coope van schapen vellen hen comp[aran]t derchiel[ijk] ende te wille gelevert volgens de obligatie bij hen daer van gepasseert ende verleden schuldich was hij comp[aran]t ten gage gremende[?] niet jgenstaende sij de geseijste schulde bekende de heeft gedaen jegens alle recht end reden esch van reconventie als namentlicken dat hen comp[aran]t zoude werden vergoet de schade van seeckere vellen die de voorsz[egde] de Winter ende Aelbrecht Gijsbertsz ter quader trouwen naer sij die van heurluijden hadde gecost zouden hebben ver mangelt ofte verwisselt eijsschende voor der selve pretentie schade een somme van zes hondert carol[ie] guldens ende alsoo hij comp[aran]t t selve de voorn[oemde]
de winter ende aelbrecht Gijsbertsz t onrecht te ende zulcx met quade saecken heeft naer gesegt als nijdt wetende van de selve anders dan als hem dat de selve zijn huijden met eeren enden hen int minste van t gene sij de selve als hier vooren is bverhaelt heeft naer geregt nijdt en hebben exortet t soo heeft hij comp[aran]t mits desen t voorsz[egde] aen ___ ende naer seggen ____eren verevoceert ende weder roupen verclarende hen t selve van facten heet te zijn gevende over sulcxe speciale ende onwederroupelicke last Franchoijs Valerijns zijnen procur[eu]r omme de voors[zegde] revocae[] voor schout ende schepenen aen openbare vierschare tot zijnen costen te renoveren ende vermogen wen ende hen comp[aran]t tot een amende van t selve bije
schepenen te laten condmneren in een somme van twee carolus guldens te XL groot t stuck ten behoeve van armen omme inde bursscheten huijsse van Colaert de Cuijpere gelegt te werden beloven alle t selve ende t gene bij de versz[egde] Calerijns hier inne zal werden gedaen te houden van waerden |