is op ges
door tusschenspreken van voorn[oemde]hare voochden | 149 Op huijden den XJen januarij a[nn]o XVJC negen en dertich so compareerden voor mij Daniel van Bouchorst openbaer notaris bij den hove van hollandt geadmitteert residerende binnen de heelicheijt van Noortwijc mitsgaders voorden onderges[chreven] getuijgen Jan Jeroensz voor hem selven Cornelis Pietersz als getrout hebben Grietgen Jeroensdr, Lijsbeth ende Reijmpgen Jeroens dr geadsisteert met Huijch Jansz backer ende Willem Matheusz hare oomen ende gecoren voochden in desen te samen kinderen ende erffgenamen van Jeroen Jaansz
ende Marijtgen Theusdr haerluijder vader ende moeder beijde za[liger] ge[?] verclarende ende bekenende zij comparanten metten anderen alder minne ende vruntschappe geaccordeert overgecomen ende verdragen te sijn nopende d erffenis so besterffenisse ende goederen de voorn[oemde] vier kinderen opgecomen ende aenbestorven bij doode ende overlijden van voorn Jeroen Jansz en Marijtgen Theus dr haerl[uiden] za[liger] vader ende moeder beijde voors[chreve]n ende dat in alder vougen ende manieren hier nae volgende namentlicken eerst datte voorn[oemde] Jan Jeroensz sal hebben ende eijgentlicken alleen behouden de huijsinge ende erfe staende ende leggende binnen den dorpe van Noortwijck in Kerckstratemet een lijnbaen d__belent ende belegen hebbende
ten Noortoosten de kercstraet versz[egd] zuijtoostl[ijk]ub_ Dirck ende JanszGorte timmerman ten zuijtwesten Guijrtgen Sijmonsdr weche van Jan Jacobsz ende ten noortwesten Barentsz Schoenmacker ende daer toe noch alle de koeijen jongebeesten kalveren schapen oock monwen[?] stoppen staren ende generalicken alle t gundt totte bouueringe behoort oock hoij stroo ende ander ruijch voer in boedel sijn niet uijtgesonder dan alleenlicken het kooren t welck int gemeen bevonden werdt noch zo is de voorn[oemde] Jan Jeroensz ende Lijsbeth Jeroensdr te samen te beure gevallen eerst omtrent drie mergen lants leggende inde ambachte van Noortwijck aende achterwech groot omtrent genaempt Smit Joris
Landt belent ende belegen hebben ten zuijtwesten Thonis Pietersz ende Aechte Jansdr ten Noortwesten den achterwech ten noortoosten Aeffgen Corn[elis]en weduwe wijlen Mees Sijmonsz met een uijtwech ende ten zuijtoosten Aeffgen Corn[elis]dr voorn[eomd]t ende Willem Willemsz van Leeuwen ijtem nocheen campe teellants |
# van ontfangen schilpevaert
" alle voorsz[egd] | groot omtrent vijfftalff hondt mede leggende inde ambachte van Noortwijck versz[egd] aende achterwech belendt ende belgen hebbende ten noortoosten Willem Willemsz van Leeuwen ten zuijtoosten Sijmon Jansz Breugom ten zuijtwesten Claes Pietersz vleijshouder ende Sijmon CLaesz ende ten noort westen den achterwech ende dat mitte belastinge van elff gulden jaerlix die betaelt wert aen t comptoijer van de geestelicken ge..dren # tot Delft van ontvange poolwijck za ende dat van sodanige natuijer[?] als de selve laste is ende noch een campe lants groot omtrent sesendalff hondt leggende mede inden ambachte van Noortwijck
in Slachvelt belent en belegen hebben ten zuijdwesten de wederhelfte van dien hier naer te deel gevallen sijnde aende voorn[oemde] Corn[elis] Pietersz ende Reijmpgen Jeroensdr ten noortwesten t Slachtvelt de sl__wech ten Noortoosten s[in]t Jeroens croft ende ten zuijtoosten Sijmon Claesz ende dat mitte laste van een erffpachte van drie gulden jaerlix teocoende t clooster tot Noortwijc waer jegens de voornoemde Cornelis Pietersz als getrout hebbende Grietgen Jeroensdr en Reijmpgen Jeroensdr te samen sullen hebben ende eijgentlicken voor haer aenbedeelde protie behouden Eerst een campe weij off teellandt groot omtrent vierdalff mergen mede leggende inden ambachte van Noortwijck voorsz[egd] aen Schipwech genaempt sijnde de Wipweijde belendt ende belegen hebben ten
suijtoosten t voorgeaende p[ar]tije gecavelt sijnde aen Jan Jeroensz ende Lijsbeth Jeroensdr ende Willem Jeroensz ten zuitwesten Mees Huijbrechtsz ten Noortwesten Thonis Pietersz ende Aechte Jansdr met Aeffgen Corn[elis]dr weduwe van Mees Sijmonsz " ende ten nnortwesten de Schilpweg Ende dat mitte laste van twee gu[ld]en t Ciaers toecomende t capittel ten Hogelande tot Leijdenende dat mede van sodanige natuijer als die sijn ijtem een campe lants groot omtrent sesendalff hondt leggen[de] mede int Slachvelt in ambachte voorsz[egd] belendt ende belegen hebbende ten zuijwesten Pieter Claes Kors ten Noortwesten de Sluuwech[?] ten Noortoosten de wederhelfte van dit land hier voren geroert ende ten zuijtoosten Sijmon
Claesz ende Willem Maertsz lijndraijer ende dat met belastinge van drie gulden erff pacht tsiaers toecomende het clooster tot Noortwijck in sulcken verstande nochtans dat voorn[eomde] Jan Jeroensz>B over de beterschappe van sijn voorsz[egde] loth sal moeten uijteijcken ende verstrecken t eerst aen Lijsbeth Jeroensdr |
# directl[ijk] noch indie rectel[ijk] in geenderleij manieren | een somme van vier hondert car[oli] g[uld]envan 40 gr[oten] tstuc te betalen staende meij dagen toecoemende met hondert XXV g[uld]en de selver g[uld]en gecort ende voorts met L g[uld]en inen t se__ meije
dage a[nno] 1640 t _ _ ende noch aen Griettgen ende Reijmpgen Jeroens dochteren elcx een somme van drie hondert ende vijftichcar[oli]guldensmunt vers[zegd]te betalen staende meije dage toecomende elcx met hondert de selver[?] guldens ende wijders met vijfich gelijck g[uld]en t s[tuijve]rs Meije 1640 t _ _ vorder wat aengaet seckeren dertich honden lants gelegen inden ambacht voorsz[egde] aende Schilpwech die boven t geendt voorsz[egd] inde voorn[oemde] boedel nochbevondenis belent noortoost de schilpwech zuijtoost Anna Jacobs dr weche wijlen Wolphert Florisz zuijtwest Willem Jeroensz ende noortwest de voorgen[oemde] vierdalf mergen lants bedeel geen velt sijnde alsje[?]
voorsz[egde] Corn[elis] Pieters ende Reijmpgen Jeroensdr sleve dertich honden lants lijben de voorsz[egde] erffgenamen te behouden onder den anderen int gemeen mit welcke schiftinge scheijdinge ende deijlinge p[ar]tijen over ende wederover verclaerden malcanderen te houden voor vergenocht end gecontenteert te sijn cederende mitsdien tot malcanderen behouve sodanich recht ende acte als deen tot des anderen goederen hier voren geroert heeft gehadt belovende sulcx malcanderen ende d een den anderen geen vordere noch andere schiftinge scheijdinge off deijlinge te eijschen noch doen eijschen # ende ooc t gunt voorsz[egd] is malcanderen naer te comen en in alles te voldoen daer toe zij comparanten verbonden hebben gelijc zij verbinden bij desen elcx in heuren alle haere goederen
roerende onroerende jegenwoordige ende toecomende gerechtech ende den ende inne schulden de selve ende de voochten en heure van dien t vaerbandt ende bedwang van allen t s heeren rechten ende rechteren onderwerpende mitsdesen en mitte costen te vreden sijn tot vermanige mal canderen t allen tijden hier van te passeren naerder besegeltheit versouckende hier van acte aldus gedaen tot Noortwijck ter presentie van Pieter COrn[elisz] lijndraijer ende Barent Lourisz als getuijgen waerdich van gelove |