d Rector
Junius 203

Op huijden den XVIII martij a[nno] 1654 compareerden voor mijn onders[chreven] not[ari]s s hoofts van Utrecht ende de getuijgen nabenoemt daer toe versocht mr Johan van der Heijden ad[vocaa]t en schout als gemachtigde van heere Adrianus Junius rector tot Amsterdam ter eenre ende Jan Hubertsz Baers mitsg[aders] Gijsbert Crijns Pauw bij de woonende in Schalckwijck ter andere zijde Ende verclaerden den voorn[oemde] ad[vocaa]t van der Heijden in huijze te geven ende den voorn[oemde] Jan Hubretus Baers ende Gijsbert Crijnen Pauw in huijzen aen te nemen bij desen den nabes[chreven] hofstede landerijen als eerst vier mergen lants mitte huijsinbe hoffs- stede ende vorder getimmer alse bergen schuijrs ende anders bepotinge ende beplantings daer op staende gelegen tot Coten aen Boom streckende uijt den Rijn totte Hooftweteringe toe Item noch vier d alve mergen lants westwarts daer aen gelegen westende de wederhelfte ende noch de helfe van negentich mergen lants gelegh in Nederlangbroeck in de Dartich hoven streckende uijtte Langbroecker Wetering gelegen t eijnde t vers[egde] eerst perceel Item noch een cleijn hoffstedeken thins goet van de domijnen gelgen op de groote gemeente tot Coten en vers[taande] op de Rijn tegens over d eerste hoffsteden Item noch twee mergen ven twintich roeden lants gelegen ontrent de kercke tot Cothen noch vijff

mergen weijlants in drie ackers genaemt den Rietheuvel alles soo groot ende cleijn als d voorn[oemde] heer Junius de selve landen bij Cornelis Willemsen Vermeer voor desen heeft gecost ende eijntes noch acht houdt weije lants gelegen int Wijckerbroeck aen oft neffens den Rietheuvel vers[chreven] Ende dit voor den tijt van vier aen eenvolgende jaren geduren die inganck genomen hebben op 1e januarij 1654 vers[chreven] ende dat jaerlix ende alle jaer voor de somme van vier hondert ende tachtigch car[oli] guldens vrije gelts van alle lasten schattingen ende ongelden niet uijtgesoncert soo reele als personeele boven vier goude pacht capoenen ende twee varken winterappelen te betalen d vers[taande] huijs pen[ingen]d eene helft martius de ander helft op cersmisse beijde naer t comen 1654 ende soo voorts jaelix d ver[zegde] huer jaren ge- duerende ende daer beneffens gehouden sijn d vers[egde] huijsinge ende vorder getimmer soo wanneer die in goeden raeth ende daeth gestelt sal sijn t onderhouden in dagelixe repareren alse dack dichtgen wantgaeff glasdicht ende slotvast endien dier voegen off gestaltenisse de selve goeden teijnden de huir jarij vers[egt] weder op leveren ende in plaetse van den oude verstervenen boomen ofte diegedurende dese huir noch souden mogen comen uij te gaen ander t haren costen weder te selfs ende dat oock den voorn[eomde] lantheer aen sich en tot sijn eijgen gerieff behout de op comer in vers[egde] huijsingen voorts is overcommen dat d voorn[oemde] huijrders dese huijse ende gebruijck aen F ijmant anders wanneer het haer souden mogen goet duncken sullen mogen over doen in welcken gevallen sij overdoeninge zij huijrders alhier niet voor eenige ongelden ne_aer allen voorde pachtpe[enninge]n vers[taande] ende de conditien bij dagelix de paraten __huijsing ende vorder getimmer sullen sijn ende blijven verobligeert als et voorn[oemde] huijfders tot haren costen gehouden sullen sijn den voorn[oemde] gronthr[eer] mit sijn als den bij hebben te geselscahp soo __ich mael sij binnen Utrecht sal comen mit een wagen op de vers[egde] hoffstede te voren ende andersom te Utrecht te brengen ende soudeen voorn[oemde] heer Junius he_t over genomen de huijr van Blommerweert volgens rechesten[?] aen te d huijrreseren[?] 17 novemb[er] 1651 voordentijt van ses jaren aen een volgende jaren ingegaen 6e aprils 1650 s__rs mede overcommen dat d voorn[oemde] huijr_ts elx mit

gebruijck sullen hebben den selve Blommerweert voor de resterende huir jaren voor sodanige huijr jaren p[enningen] ende op d contiti der voorn huijr deculle ende nae der acte van overneming vers[egd] is mede b__egerde[?] item staet te __ dat het haeft ende vee mitsg[ader]s vordere meubilen die op de hofstede van voorn[oemde] gronth[[er] sijn berustende sen selve in eijgendom sijn toecomende sonder dat de huirders daer op eenige presersie hebben ende ijnten[?] sullen partijen huir inde huri sgulen naer den placcate op t gebruijck de landerijen geemaneert constitueren voorts Zeger van Achterwel ende Gijsbert van de weije provins off die _st hier to sal ___ omme in hen lieder namen t geen vers[chreven] staten vooren hoven] vern[oemd] te belijden ende condemner daer op op te versoeken gelovende voor goet ende van _o____ten te houden t geene alse gepasseert sal sijn on verbant als naa rech[ten] versoecken eende consa__ __ten gemaekt te worden acte in forma Aldus gedaan t Utrecht ten huise van heer ad[vocaa] van der Heije voorn[oemd] ter pr[esen]tie van Pereginis van de Vecht ende Johannis van Lomel ____ als getuigen hier toe versocht die dese neffens de voorn[oende] ___ comp[aran]ten ende mij notaria mede ond[erteken]t hebben ten jare maande dagen ende plaets ver[zegt]

J.V.Heijden

P.A.Vecht
1654    

Gerart Vastert not[aris] p[u]b[liek]

Jan Diercks Baers

Gijsbert Crijnen Pa[uw]

J v Loemel
1654