ges[teld]

Op huijden den XV ^en dach der maendt
december XVJ ^c een ende vijftich olden
stell compareerde voor mijn Cornelis
van Vechten openvaer notaris bij den
ed[ele] hove provintiale van Utrecht geedt
ende geadmitteert binnen Utrecht
residerende in presentie van de
naerbenoemde getuijgen hier toe
versocht Thomas Cornelis Verweij
woonende aen het lijnpat buijten
deser stadt Utrecht ende verclaerde
alsoo en aen de here Henrick de
Roij professor binnen deser stadt
schuldich was ter saecke van een
jaer pachten te verschijnen corsmisse
deses jaers 1651 toecomende
de somme van twee hondert
gul[den] ende een merkel[ijk] somme van
ongelden van t landt dat hij van
well gemelt^here professor de Roij
in hure is gebruickende daer
uit de voorsz[egd]e pachten sij spruijtende
van welcke ongelden hij comp[aran]t
gehouden is sijn ed[ele] te bevrijden
als sijnde desselfs landen daer
voor tacite verbonden gelijck
hij comparant daer en boven noch
bekende aen sijn ed[ele] schuldich te
 

sijn een capitaell van een
hondert ende vijftich guldens
uit crachte van een obligatie
in dat den IX ^e april 1651 verl[eden]
ende daer bij vijf gul[den] twaelf
st[uivers] van interesse ofte renten
tsedert den IX ^e aprill voorsz[egd] tot
date deses verlopen alle t welcke
hem comparant (soo hij verclaerde)
niet wel mogel[ijk] was op te
brengen ende te voldoen dat
hij oversulcx in minderinge van
alle t selve ten behoeve van
gemelte here professor de
Roij hadde oogedragen ende
over gegeven als hij dede mitsdesen
vijf koeijen twee pincken tien
schapen ende alle sijns comparants
imboedell parthijen bekendt
te samen gewaerdeert ter somme
van twee hondert ende vijftich
guldens welcke opdrachte ende
overgifte well gemelte heere
professor de Roij voor ons
notaris ende getuijgen mede
comparerende verclaerde te
accepteren ende verclaerden voorts
 

met malcanderen te sijn geaccor
deert alsoo hem heere professor
de Roij ongelegen was dat den
selven Thomas Cornelisz Verweij
t gebruijck van t land ende de
bewoninge van de huijsinge daer
op staende alsnu buijtens tijts
souden verlaten dat de voorsz[egde]
getransporteerde ende overgegeven
goederen opde grondt van hen
ende in bewaringe van hem
Thomas Cornelis Verweij bij provisie
sullen blijven ende have ende
mobilen in een name van hen
heere professor de Roij gehaven
ende bewaert ende alles daer van
comende t sijen profijte gekeert
worden ^{tot sijn heeren professors de Roij} heeren de roij
wederseggens toe ende dat
hij Thomas Cornelisz dier voor
ende voor sijnen arbeit bewaringe
haveninge ende anders sal behouden
de melck die de voors[zegde] koeij beesten
sijn gevende behoudens den heere
comparant de Roij sijn recht
jegens den borge in regardt vande
voorsz[egd]e obligatie van hondert
 

ende vijftich gul[den] hooftsoms
well verstaende dat bij alderen
hij Thomas Cornelisz Verweij
conde suffisante borge stellen
voor voldoeninge van t voorsz[egd]e
achter wesen ende bevrijdinge
der ongelden en reele lasten
of sijn e[dele] andersints daer van
contentement doen dat hij in
sulcken cas alle die over
gegeven goederen weder omme
ter prijse alvorens naer hem
sal mogen nemen ende behouden
inden gemelte heere professor
de Roij die noch is hebbende
ende aen niemandt sal hebben
veralieneert versoeckende
sijl[ieden] beijde comparanten hier
van acte de welcke is desen
aldus gepasseert binnen Utrecht
ter comptoire mijns notarij opt
oude kerckhof ter presentie
van Steven Jansz van
Everdingen cleermaker ende
Cornelis Jacobs Noenaert boeck
binden ende borgers deser stadt
 

als loofwaerdige getuijgen die
desen neffens de comp[aran]ten ende
mijn notaris mede onderteeckent
hebben
get[ekend] + bij Thomas      pr de Roij
Cornelis Verweij
voornoempt
Steven Jans van Overdinghen
  Cornelis Jacobsz Noenaer
                                                   not[ari]s
                                     Cor van Vechten
                                              1651