Notarieel u031a015 / 25 Utrecht

03-11-2019 pag. 1

ges[egeld]	Op huijden den XX^e dach der maendt aprilis 1672 olden stijll compareerden voor mijn Cornelis van Vechten notaris s hoofs provnitiaell van Utrecht binnen Utrecht residerende ende bij de eed[ele] heere borgerm[eeste]^ren ende vroetschappe der selver stadt mede geadmitteert in presentie van de naerbenoemde getuijgen hier toe versocht Gijsbert Lubberts van den Hardenbergh hovenier ende Geertruijdt Adriaensdochter van de Wiers echtel[ieden] wonende op de hoffstede van Albert van Hattum aen de Bilt jegenwoordich gebruijckt en bewoont wordende bij die joffrouwe Sara Solemmelle wedue wijlen de heere Caerll Hartsingh in sijn leven directeur generael van indien de getuijgen^{soo sij ___rmeerden} bekendt ende verklaerden en attesteerden sijluijden comparanten ter requisitie ende versoecek van wellgemelte jo[vrouw]^e Sara Solemmene requirante dat zijl[ieden] attestanten den tijt van anderhalf jare voor haer requi rante hebben gehoveniert^{en gewerckt in} den hoff van de voorschreve hoff stede en dat ten dier tijde t selve bij haerl[ieden] aengenomen wierde den selven hoff lach als een geheele wildernisse de heijningen oock geheel ontrampeneert en in t wilt bewassen waer over de requirant in den voorschreven tijt over grote en ongemeene costen om de selve in effe te brengen (gelijck die nu in effe is) heeft moeten doen hebbende tot dien eijnde enigen els staende op de stege van de selve
	hoffstede off doen hacken waer mede sijl[ieden] attestantden de heijningen hebben moeten repareren en soo veel mogelijck brengen in een goede standt tot bevrijdinge van het erf en hof en oock daer mede gerepareert en in effe gebracht de heijningen van den voorn[oemde] Hattum die sij requirante niet in hure is hebbende en dat allen den elssen t ijs als voorschreven tot alle t selve geemploijeert en die mitsdien is af gehart ten hoochsten niet meerder soude cunnen sijn geweest als twee vimmen[?] en dat oock den voornoemden Hattum haerl[ieden] attestanten voor het betaelen van de heijningen die sij requirante niet in hure (als vers[zegd]) is hebbende heeft betaelt voor het arbeijtsloon dat haerl[ieden] oock noch seer well in dachtich is dat den voorgenoemden Albert van Hattum bij haer requi rante is gecomen inder verleden jare van 1671 en versochte dat hij seven a acht roeden coorns mochte doen voeren over de gege van de voorschre ve hoffstede die sij requirante als vers[zegd] in hure heeft daer voor aen de requirante beloofde te sullen voldoen een half mudde boeckweijt haerl[ieden] oock bekendt sijnde dat hij t selve naderhant oock heeft voldaen dat haerl[ieden] mede seer well in dachtich was dat gemelte requirante haerl[ieden] aen geseijt heeft dat sij[lieden] souden beletten ent nie mand veel min de voornoemde Hattum de voorschreve stege
	vorders meer souden gebruijcken en sijl[ieden] ^attestanten diens volgende t selve de ~~arbeiders die~~ bruijckers van t lant van den voorn[oemde] Hattum tot eenige rijsen hebben aengeseijdt en desniet tegenstaende de selve met oprijden de vers[zegde] stege hebben gebruijct meer dan drie maenden nader verschreven tijt oft dat t gene voorschreve was geschiedt dat haerl[ieden] attestanten oock seer well bekent is dat de twee beucken bomen staende aende Oostzijde van de huijsinge ( aen die ene de requitantes bock staende daer omtrent een schell off twee hadde of gehaelt) (en die andere onbeschadicht gebleven) dat die beschadichde boom naderhandt door de harden wint is omgewaeijt en die andere onbeschadichde bij den voornoemde Hattum is vercost aen Cornelis de Greeff timmerman aen de Bilt die de selve heeft of gehact gelijck oock de selven Hattum den anderen boom aen hem de Greef mede heeft vercost en gelvert verclarende sijl[ieden] attestanten oock mede dat sijl[ieden] tot menich fuldige rijsen hebben gesien dat de voor bij gaende personen of passagiers hebben gesmeten met stenen en houten of knuppels de noten van de vier bomen die staende sij aende Bilsche wech ofte steen straet en dat geen gewas van noten aende selve bomen sijn geweest als alleen het verleden jare van XVJ^e een ende t seventich
	presenterende sijl[ieden] compartanten alle t selve^{als de waerheijt sijnde} (des versocht) naerder gestandt te doen ende met solemneleneede te bevestigen versochten op sulcx hier van acte ende consenteerde dat een oft meer daer van ter behoeve van gemelte requirante soude mogen worden gelevert aldus gedaen ende gepasseert op de voorschreve hoffstede en woonplaetse van de requirante ter presentie van Albert Voet ende Willem van Benschap borgers binnen Utrecht als loofwaerdige ge tuijgen die desen neffens de voorgemelte comp[aran]ten ende mijn notaris mede hebben ondertekent dit merck is geteeckent bij CorGijsbert \|\| Lubbertssoon van den Hardenberch voor gem[el]t geteeckent bij Geertruijdt Adriaens * van de Wiers voorschreven Aelbeht Vout Willem van Benschap

not[ari]s
Cor van Vechten

Homepage | E-mail