859 op huijden den 8 junij 1665 ve__ etc[etra] Brandijn van Huijsen ende con__ te __
per_ onder de renunciatie van __ van excussie borge voor Ghijsbert van Pijlsweert houtcoper ten behoeve van Adam Hendricksz Smits wonende op de hellingh ende dat voor sodanige acte ende peventie ten regarde van gecochde[?] spijkers[?] ^als den ple___ hem comp[ara]nt competeren is ende o___ t ple_d voorsz[egd] gerechtel[ijk] te bekennen constituerende hij den eersten pe__cus hier op versocht ende versoecken hier van adte die is dese aldus gedaen ende gepass[e[rt] ten overstaen van Hendrick van Soedijck ebde Johannes Nieukerk gethuijgen van geloven Brandijn van Huijsen Hendrick Soesdijck mij p[rese]nt
johannes van nieuwkercken P Tucker 1665 |