ges[teld] op behoorlijk zegel noch ext[ract:] de lieges sijn betaald ;
of da_ ; de weecke[?] | op huijden den 29e 9ber [= november] deses jaars 1690 compareerden etc[etra] Frans Gerrits de Langh ende Bastiaen Fuijck beijde in Loopick mij not[ari]s bekent te kenne gevende dat sij comp[aranten] bij affslagh voor vier off vijf jaar geleden hadden gecost vande heere van Doornen __ seeckere vijftien mergen soo bouw als weijlants gelegen in Looppick en Leeuwerich[?] aen de cappiteel van S[in]t Maria welcke vijfftien mergen dan dat ter goeder trouwen op de naem van voorn[oemde] Bastiaen Fuijck sijn
verheft ende alsoo sij comp[aranten] dat lant noch gemeen waeren hebbende soo verclaerden sij comp[aran]ten bij desen dat sij de opgem[elde] vijftien mergen in deser voegen hadden gescheijden en gedeijlt te weeten ijder de gerechte helft van t hoogh groot ruijm de__ma_ ese[?] waerts streckende de selve hooghte van Jaarsvelt aff tot op de Thientwegh toe ende de eenen acker streckende van den thientwegh tot aan de voornst[aande] weteringh groot ongeveer acht hont daer van sal Frans de Langh hebben en gebruijcken de voorst[aan]de helfte tot aen seecker poort toe ende de andere helfte van voorsz acker van poort tot aen de voors[taande] weteringh toe die sal hebben ende gebruijken de voorn[oemde] Bastiaen Fuijck
ende het resteerende lant van voorsz[egde] vijftich mergen streckende van de voorschreve weeteringen tot aen de Benschopperlant scheijdinge toe sijnregt op aen teckenen sijngesepaeerte waers van alsmeede vande comphelfte vande versz[egde]hooghte aen de west sijde sal sijn ende blijven aen Bastiaen Fuijck __ |