gegrost op zegell | Comp[areer]de etc[etra] den 25 julij 1674 Claes Petersz van Oostveen weduwenaer
en boedelharder van Emmichje Goverts woonende aende de Groendecan toecommende bruijdegom geadsisteert met Govert Jans, Goijert Cornelis Splint en Henrick Jans van der Schuijr resp[ectievelijk] vrienden van den bruijdegom ten eenre ende Grietje Aelberts wech[e] van Jan Henrick Vierschoothtoecomende bruijt geadsisteert met Jan Henrick Vierschooth, Jan Aelberts, Thonis Aelberts, Corn[eli]s Jansz Tacq ende Jacob Peters de Greeff mede naeste vrienden van de bruijt ter anderen zijden en verclaerden metten anderen en wettel[ijk] houwelijk gesloten te hebben in manieren en conditien als volcht t welck houwel[ijk] sijl[ieden] bruijdegom en bruijt eerdaechs nae de wetten van landen te sullenlatensolemniseren eerstel[ijk] brenght
den bruijdegom bij desen aen sodanige goedenen hem tot noch toe te competerende breder bij spe[cificatie] te expresseren die bij desen gehouden worden van waerden te sijn en bij de bruijdegom in waerheijt alsulcx sijn te ondertekenen gelijck insgel[ijk] gedaen moet sall worden aende zijde van de versz[egde] bruijt tot vermaning elcx de selve aen malcanderen getekent over te leveren des sij condition[eren ?] dat in gevalle de bruijdegom voor sijn bruijt deser werelt sal komen te overlijden sij uijt sijne gereetste goederen verbetert sal wesen boven hare douahiere en trouwschat en __g___ aff filiale portie volgens de ordonius devisoies alsoo de bruijdegom voor kinderen heeft en inden de bruijt voor den bruijdegom mochte komen te overlijden sal den bruijdegom
uijt de gereetste goederen vande bruijt genieten en trecken de somme van een hondert vijftich g[u]l[den] |
me[?] alsoo de bruijt een weijnich absent was ik dese __ naderhant getekent in p[rese]ntie van getuijgen | namentl[ijk] en met dat verstand en intentie soo ijemant van haerl[ieden] sonder wettel[ijke] blijkende levende geboorte off geboorteuijt deze houwelijk verwecktdese werelt quament te overlijden sullende winst ende verlies staende in houwel[ijk] te vallen gereguleert worden d ordon[antien] der stadt Utrecht aldus gedaen en gepasseert binnen Utrecht te presentie van de resp[ectievelijke]
vrienden en getuijgen in desen ten jare dag en maenden ver[szegd] Claes Petersz van Oostveen dit getekent g A Grietje Aelbers sijnde t selve teke nvan G A Govert IJansen Goijert Cornelis Splindt Henrick Jansz van der Schuer Jan Aelberts Thonies Aelbertsz Cornelis Jansz Tack Jacob Petersz de Greeff |