| Op huijden den XXVen januarij seventien hondert en thien compareerden voor mijn Pieter Leechburch notaris 's hooffs van Utrecht alsmede bij de ed[ele] ende achtbare heeren burgerm[eeste]rn ende vroedschappe derselver stadt gepermitteert binnen Utrecht residerende in presentie van d naar benoemde getuijgen hier toe versocht Pieter Dircksen van Harmelreweert jongman bruijdegom woonende onder Gerwerscoop Ravenswaeijs gerechte in desen geadsisteert sijnde met Cornelis Jansen Blom sijn halve broeder ende Joost Teunissen van Broeckhuijsen sijn neeff ende momboir ter eenre ende Beatrix Pieters Vaandrich jonge dochter als bruijt woonende
in den grooten houdijck in desen geadsisteert sijnde met Haasje Cornelis de Jongh weduwe van Pieter Waarnaards Vaandrich haar moeder ende Waarnaard Pietersen Vaandrich haar broeder ter ander zijden alle mij notario bekent de welcke verclaarden dat tusschen gemelte bruijdegom ende bruijt ter eerer gods ende tot vermeerderinge des mesnchelijcken geslachten een wettich houwelijck was beraamt ende geslooten in voegen als volcht voor eerst soo beloovende toecomende echtgenoten haarlieder voorgenomen houwelijck eerst daags naar christelijck gebruijck ende costume van den lande te sullen doen solemniseren tot avancement van welck voorgenomen houwelijck dne bruijdegom is aanbrengende soodanige goederen ende effecten als hem
eenichsints in eijgendom sijn competerende |
| waar en tegens de bruijt ten houwelijck sal aanbrengen ende haar moeder met de selve belooft mede te geven de somma van vier hondert gulden aan contrant ende gereet gelt boven hare uijtsettinge ende t geene t haren lijven ende gerijve is behoorende sijnde voorts conditien voor bande des houwelijcx dat de gemeenschap van goederen tusschen de gemelte echte lijcklieden in cas kint ofte kinderen uijt desen echte verweckken int leven worden naar gelaten sal wesen geintro duceert volgens decostume ende ordonnantie der stadt utrecht blijvende oock in dine gevalle winst ende verlies staande houwelijck te vallen halff ende halff erfenisse ende
besterffenise sal mede voor winst gereeckent worden noch ingeconditioneert in cas den bruijt voor den bruijdegom comt te overlijden sonder kint ofte kinderen ijt desen echte te proced eren int leven naar te laten dat insulcker cas den bruijdegom in vollen eijgendom sal hebben ende behouden alle de aangebrachte aan geerfde ende geconquesteerde goedere van de bruijt mits daar van alleenlijk uijtke rende aan de naaste vrienden van de bruijt de somma van een hondert gul[den] aan contant gelt boven hare clederen wolle en linnen ende gout en silverwerck t haren lijve ende gerijve gedient ende behoort hebbende ende der bruijdegom daarenboven als dan oock sal lasten de doodschulden ende oncosten van begraaffenisse van de bruijt ende t geende daar aan dependeert
|
| 89 soo cook ter contrarie den bruijdegom voor de bruijt mocht comen te overlijden insgelijcx sonder kindt ofte kinderen uijt desen echte te verweckken int leven naar te laten dat in sulcken gevalle de bruijt in vollen eijgendom sal hebben ende behouden alle de aangebrachte aangeerffde ende geconquesteerde goederen van de bruijdegom mits daar van alleenlijck uuijtkerende aan de naaste vrienden van der bruijdegom de somma van twee hondert gulden aan contant en gereet gelt boven sijne clederen wollen en linnen gout en silverwerck t sijnen lijven ende gerijve gedient ende behoort hebbende ende der de bruijt daar en boven alsdan oock sal lasten de doodschulden ende oncostne
van begraaffenisse van den bruijdegom ende t geene daar aan dependeert alle welcke conditien de toecomende echtel[ieden ende hare adsistenten den anderen belooven te voldoen ende naar te comen als luijden met eerne alles ondert verbant van hare persoonen ende goederen met submissie 's hooffs ende gerechte der stadt Utrecht ende allen anderen heeren hoven rechteren ende gerechten versoeckende ende consen terende hier van gemaack tende gelevert te worden houwelijckse voorwaardne ende acte in forma de welcke ick notaris vergonst hebbe ende is dese aldus gedaan ende gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Hendrick Jacobsen |
| Verlaan ende Gijsbert Pietersen Griffioen
getuijgen van geloove hier toe versocht die dese neffens de conthoralen ende mij notario mede onderteeckent hebben ter tijde ende plaatse als boven Pieter Dorcksen van Harmelwaert Beijatrix Pietersen Vaendrigh |