Op huijden den 15 meij 1718 compareerde voor mij onderge[tekende] not[ari]s etd voor de nagenoemde getuijgen Ernst Jansz van Schaijck dewelcken bij desen bekende verhuert te hebben aan Jan de Bree die mede comp[areerde] en bekende gehuert te hebben seeckere huijsinge en hofstede t staende ende gelgegen in den geregte van Schalkwijk alwaarAnthonij de Heus beneden ende den verhuerder comen naest geland groot in mergen bestaande in weij bouland in een boomgaert ende dat voor den tijd van drie jaren die haar aenvank hebben genomen ten opsigte vant land en boomgaert met Je janu[ari] 1716 ende ten opsigte der huijs[ing]e met Je meij daar aenvolgende jaarl[ijks] voor het erste jaar voor een somme van twee hondert en
vijftien gul[den] ende de twee volgende jaaren jaarl[ijks] voor een hondert vijft en negentigh gul[den] eens gelt sulks dat den verhuerder alle de ongelden asl comen uijtgesondert de 25 st[uiver]s mergen per snroneel ent heele herstedergeld het wek beijt in casten van den huuren te betalen de uijt geloofde huer penn[ingen] in elcken jaer op den verschijndagh e__ren ende ten minsten sal huurder het eene jaaruijt het ander houden den huurder sal ook ook op de hofstede moeten laten de messien sonder die daer van te mogen vervoeren oock de landen houden uijt alle schouwen van dijcken en watergangen alsmede t selve land opleveren invoegen hij t selven h__ __en_ert ende bij aldien den huerder de 2 mergen jegenwoordigh somer vaagh leggende behoorl[ijk] ge__rt en gesaijt mogt optlevren sal hem daer van door den __verhuerder afgelindge werden gedaen in voegen
na redelijkheijt behoort den huirder sal frijen vorder int geruijken der lande frijen moeten gedragen nae de ordonantie daar van sijnde eden verclaarde hij huurder in minderinge vande twee eerste jaren huir aenden verhuurder te cederen en over te geven soodanige twee hondert vijftentwintigh gul[den] als huren n__ uxoris sijn toegescheijden uijt den nagelaten boedel van Neeltje Baers in haar leven wed[uwe] van Gijsbert Crijns Pauw volgens scheijdinge tusschen de gesaamentl[ijken] erftgen[amen] van de selve op den 31 decemb[er] 1715 voor mij not[ari]s en seeckere getuijgen gepasseert als mede sijne portie inde huire van de vaste goederen + de welkce omtrent sulken bedragen t negentigh gul[den] ende nevens de voors[egde] 225 gul[den] op petrij aenstaende uijtkeert sullen moeten worden tot naer cominge
deses verbinden partijen comp[aran]ten hare reste personen ende goederen de selve onder___ de inde__te van dien |