Compareerde voor mij Jacob van der Doorslag notaris s hoofs van Utrecht bij de ed[ele] achtb[are] heeren borgemeesteren en vroedschappe des stad Utrecht geadmitteerd in het bijweesen van de nagenoemde getuijgen Evert Gijsbertsz Verweij woonende in de Knoest ende verklaarde gehuurd te hebben ende te huuren mits deezen van den weled[ele] gestr[enge] heer m[eeste]r Jan Jacob van Mansvelt raad in de vroedschap en schepen der stad Utrecht als huijsmeester van het Leeuwenbergs of Post Gasthuijs binnen dese stad sekere ontrent drie mer- gen weij en hooijland gelegen onder den gerechte van de Vaart in de Polder het Wierssenbroek bij hem huurder gebruijkt sijnde ende dienvolgende hem huurder wel bekend ende dat voor den tijd van ses
aan een volgende jaaren die haren aan- vang genoomen hebben met primo januarij 1743 jaarlijks en alle jaar voor ende om een somme van veertig guldens eens geld sulks alle de reeele ongelden selfs het grasgeld blijven ten lasten van t voorsz[egde] gasthuijs te betaalen de voorsz[egde] beloofde huurpenningen in elken jaar op Corsmis precies onder deese volgende conditien dat den huurder in elken jaar maar eene kamp van de drie kampen sal vermogen te hooijen soo dat elken jaar twee kampen sullen moeten worden beweijd ende een gehooijd mits dat den huurder gehouden blijft het gehooijde wederom toetemaken met de aarde uijt de
slooten en gruppelen ende voorts sal den huurder tot sijn lasten neemen het maken en onderhouden van alle de banwerken ende
alsulks het uijt alle schaden en schou- wen houden mitsgaders het selve gebruijken als een goed huurman toestaat te doen alles onder verband ende submissie als na rechten ende ingevolge van de ordonnantien op de abuijsen des hu__luijden geemaneert consti- tueerende den huurder onwederroepelijk Hendrik van Dam procureur voor den ed[ele] hove van Utrecht ofte een van de andere Procureurs daar toe eerst wordende versocht omme deese huur cedulle voor welgemelten hove te reite- reeren en bekennen ende den huurder in den inhoude deses vrijwillig te doen en laten condemneren tot sijnen kosten belo- vende de rato onder verband als vooren versoekende hier van acte die is dese Aldus gedaan en gepasseert t Utrecht ter presentie van Pieter Jacobus van
de Weert en Jan Willem van Sweeringen clerken als getuijgen hiertoe versocht op den 24 octob[er] 1744 Evert Geijsbersen Verwei PJWeert JWSweeringen J v Doorslag |