| Notarieel U157a1 / 149 Utrecht | 17-05-2010 pag. 1 |
uijtgeleverd op zeg van |
|
Compareerde voor mij ondersz mr Joh: Tilburgh nots s hoofs van utr[echt] en voor den nabenoemde getuigen enc: Arien Kornsz van Kapel en Wil-lem Gijsber van Veen den I en de eigen broeder en de IIde compt de swager van Gijsberd Kornsz Kapel overleden te Vleuten den 2en deses welke verklaarde dat alsoo het nootsakel[ijk] is dat alle dode licha-me werden begrave sij compa-ranten als des overledene nabestaen-de vriende wel voornemens sijn het voors[taand]e lijk wel te begraven en ter aarde te besteden doch dat sij com-parante het selve geensints voor nemens sijn te doen omme sigh sel-ve hier door in haar grive of in qualiteit als vooghde over desselfs onmunidige nagelatene kinderen te dragen erfgenaemen van den o-verldenen maer dat sij compa-ranten voornemens sijn het selve enkel en alleen te doen uit in sichte dat er gene lijken onbegra-ven mogen blijven protesterende wel expressel[ijk] bij desen door het begraven van dit lijk geensints haar selven erfgenamen te willen dragen veel min haer selven In de schulden bij den overled-nen achter gelaten door dese voorgenomene begrafenisse te willen steken daar voor wel expressel[ijk] protesterende bij desen versoekende hier van acte die is dese aldus gedaen ter pres[entie] van Jan en Jacob van den Brink als getuigen binnen utr[echt] op den 4en juli 1729 |
Dit is t merk | Gijsbert van Veen |