N,,5

Op huijden denvijftiende januarij des jaars seventhien hondert vijf en dartig compareerde voor mij Everd Vlaer notaris 's hoof'

van Utrecht etc ende getuijgen nabe-noemt hier toe versocht

Evert Gijsbertse Verweij wonende en t knoestervelt dewelke verklaarde gehuert en in hure genomen te hebben van den hoog wel geb[oren] heere Johan Frederik Mamuchet heere van Hoedringen Sterkenborg etc. seekere ontrend drie en half mergen weijland edog soo groot en kleijn t selve gelegen is onder den geregte van t kleijn vuijlcop zijnde t cadenland dit voor den tijd van ses agter eenvolgende jaren die haren aanvang al genomen hebbem met den eersten januarij deses toekomende deseses jaars 1735 jarlijx en alle jaar voor en om de somma van agt en veertig guldens eens geld boven ,, met personeles mergengeld en jaarlijx twaalf heele vogels tot toepagt sullende den heere verhuerder alle verdere lasten betalen te betalen deselve huerpenningen op corsmis in ider jaar den huerde sal dit land met koebeesten moeten beweijden en t selve ook behoorlijk gruppelen ook moeten houden uijt alle ordinaire en extraordinaire schouwen en banwerken geene uijtgesondert alles op zijn huurder kosten

in t verdere sal den huerder hem reguleeren na ordinantien en placaten van den ed[ele] mog: heeren staten dezer provintie den huerder sal ingevolgen van de ordonnantie het willige hakhout op de caden staande mogen genieten mits daar een knootsloof dood of uijt is een jonge in de plaatste steken
verbindende den comparant tot nakoming dezes zijn persoon en goederen deselve onderwerpende den ed[ele] hove en geregte van Utregt voorts allen anderen heeren hoven regteren en geregten en omme deze t allen tijden nader geregtelijk te reitereeren renoveeren en bekennen mitsgaders hem huerder in den inhoude van deze vrijwillig te doen en laten condemneeren soo verklaarden hij bij dezen onwederroepe-lijk te constitueeren en magtig te maken Thomas Vosch van Avezaat procureur voor den voorsz[egde] hove en Hendrik van Hees procureur voor den ed[ele] achtbare geregte der stad Utrecht en de verdere procureurs soo voor den voorsz[egde] hove als geregte resp[ectievelijk]e in der tijd

postuleerende te samen en elx in t bijzonder belovende de rato

Aldus gedaan en gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Albertus van Broek en Arnoldus Sneek mijn clercquen als getuijgen

Evert Geijsbersen Verweij

A:V:Broek

     A:Sneek

E:Vlaer not[ari]s
1735