Notarieel U177a11 / 14 Utrecht ![]() | 25-06-2004 pag. 1 |
n r 121 n r 1164 Op huijden den 21 april 1759 compareerde voor mij n s Willem van Oudenallen ad t in q[uali]te als notaris hoofs van _ enden Utrecht binnen Utrecht residerende mitsgaders bij de Ed grooteghsen heeren borgermeesteren ende vroetschappen des selve stad geadmitteert ende voor nabenoemde getuijgen Ben Hoogh ed hed heer Balthasar Constantijn van Linden heeren van Lunenburgh beschreve int lid der heeren edele en ridderschappe slande van Utrechts ende verklaarde verhuurt te hebbe en in huure te geven bij dese aan Volkert Aartsen de heus de alhier mede compareerden ende bekende van den heer eerste comparant te hebben gehuurt ende in huure te accepteren zijnt hure comparants huijsinge hoft en hoftstede bergn en schuur met twee schaap hockken en verder getimmer met ongeveer twee en dertigh mergen soo weij als bouwland gelegen inde gereghte van de Vuursche edogh voetstoven voor soo groot en cleijn aenden selve gelegen zijn den huurder bekend also hij die plantsen landerijen al eenige jaren in huure heeft gebruijckt sulx onnodigh eenige nadere bepalinge te doen den voorden tijt van het aghte en volgende jaren die hun ingangh ten reguarde van de landereijen reets hebben genomen met pitss ad cathedrum dese jaars 17 negen en vijftigh en de huurlinge en verder getimmer sullen nemen met maij aenstaande over sulx sullen expiren- de met Juli a maij 17 10 vijff en sestigh dit jaarlijx en alle jaren voort enomme de somme van hondert sestigh guldens boven ses vraghten rijdens met wagen en paarden op eijgen cost ende drunck ende dat eens geld sulx alle de ongelde uijt het verhuurde gaande blijve voor rekening van de heer verhuurder behalve t halve haar- stede geld de beloofde jaarlijxe hune overte paghte penningen te betalen van twee te in gaan alse de eene helfte op cersmus in ider jaar ende de wederhelfte op vrouwen dagh daar te volgende precies de voors[taande] ses huur jaren gedurende voorn[oemde] zijn conditieon dat den huurder gehoude zal zijn om in dit lopende jaar 1759 overte int- legen want volgende jare te zijne costen op het weijland aghter de wiltbaen te brengen een schip goede vulnis sodanigh alse aende Eemsche- dijk word gebragt end de selve behoorlijk ver- pluijsen ende verpluijst zijnde over zijn gehuurde weijland te stroijen waar jegens den heer ver- huurder gehouden zal zijn een gelijke schip met vulnis aende Eemschedijk te leveren die doorde huurder te zijne costen daar van daen zal moeten halen en mede verpluijsen en dan over zijn gehuurde weijland te stroijen
voorts zijn conditien dat de huurder het weijland orden- telijck sal moeten bewijden met rund vee en eijge paarden sonder het selve te mogen hoijen bossen ofte breken als met speciaal schriftelijk consent dogh eghter het selve ten minste eens jaars van zijn distelen biesen en bloemen moeten zuijveren en dat wel voor den vijftien september ider jaer de sloten in en om het selve ordenelijk op halen de dammen hogen en vervolgens int laaste jaar in goede sloten en dammen opleveren de bouwlanden ordentelijk bebouwen en harenen de gruppelen in en om het selve ordentelijk onderhouden en wel en na behoven te moeten wieden ende int laaste jaer een derde van zijn bouwland en wel gemeste rogge voorde eerste november gesaijt zal moeten op leveren van welke rogge den huurder in cas van vertreck zal hebben twee garven en den aencomende eene garft voor welcke eende garft de twee andere garven aen de hock moeten worden geleverd den huurder zal alle de messie die hij jaarlijx met zijn vee op zijn gehuurde comt te maken
ende int verdere gebruijk op leveren onderhouden hier inne niet gespecificeert sallen huurder hem moeten reguleren na de ordonnantien placaten des ed kog heeren staten slands van Utrecht dien aengaande reets geemaneert ofte die gedurende dese huur jaren noghten worden geemaneert tot naarcominge en voldoeninge deses verclaar- de hij huurder te verbinden zijn persoon en goederen met submissie als na reghten constituerende hij huurders boven dien Dirk Oscamp procureur voorde ed hove van Utrecht ofte een vande verdere procureurs voor op gemelde ed hove in dat tijt postulerende hier toe versoght omme hem huurder in den inhouden deses ten zijne costen te doen en laten condemneren belovende de rato versoeke hier van acte die dese is aldus gedaen en de gepasseert binnen Utrecht op dato voorsz ter presentie van Johannus Stolbergh en Godert van Galecop |
B.C.V.Lijnden | Volkert Aarsche de Heus Johannis Solsberg Godert van Galecop W.van Oudenallen |