Johannis Bogaard soo voor zijn zelven en sigh
sterckmakende en de rato caverende voor zijn
suster Catharina Bogaart item Hendrick
van Nijenroode als in huwelijk hebbende Anna
Bogaart de welke verklaarden verhuurt te hebben
aan en ten behoeve van Joost van Zutten ^Senten
die alhier mede compareerde en ook in hure
bekende aantenemen bij desen seekere haar
verhuurders huijzinge en hofstede met
ontrent dartigh mergen soo boomgaart hennip
weij als hooijlandt daar om behorende met
bergh schuer en vorder bepotinge en
beplantinge daar op staande gelegen in oud
Kamerik den heer seskers geregt jegenwoor
digh in hure gebruijkt wordende bij Gerrit
Leendertze Zaall ende dit voor den tijdt
van seven jaren die haren ingank
sullen nemen met den eerste januarij
1745 ten reguarde van de landerijen

en ten opsigte van de huijsinge met verjaartijd[?]
om primo maij daar aanvolgende ende
bij den hoop raetstoots zonder in
onder off overnaat gehouden te wesen
jaarlijx en ieder jaar om de zomme van
driehondert en sestigh gulden tot
20 stuijvers t stucq boven een en
twintigh stukjes off maatjes goede boter
jaarlijx tot toepagt te betalen de
voorschreve huurpenningen op Korsmis in
ieder jaar precies ten langsten op petrij
ad Cathedram daar aanvolgende eens gelt
blijvende de reele ongelden uijt de voorschreve
hofstede en landerijen jaarlijx gaande
alsmede het enkele en dubbelt huijsgelt tot
lasten van de verhuurders gelijk ook de
verhuurders te huijs bergh en schuer de
hoofden naar henhuijs en voor de elff mergen
als de brug daar de dijk behoorlijk zal moeten
onderhouden edogh den huurder hen
verhuurde gedurende de huurjare ten zijnen
kosten moeten bebanwerken en uijt de
schauwen te hauden en bewaren soo van de

319

gemeene lands kade dijken watergangen
als andersints ook deselve wel te omslooten
ook het landt altijdt verbeeteren en noijt
te verargeren geen messie of vulnis daar
van te vervoeren ook selfs niet in het
laatste jaar huur maar zal gehouden wesen
het hout op zijn bequame tijdt en jaar
te mogen hacken volgens de ordonnantie dog
geen sints opgaande bomen vorder sal den
huurder gehouden zijn hem in alles te
gedragen en te doen als een goede en getrouw
huurder schuldig en verpligt is te doen
en sig te requleren na de ordonnantien der
ed[ele] mog[ende] heeren staten op t subject der
huurlanden geemaneert en d amplitutue van
dien tot nacoming en voldoening van t geene
voorsz[egd] is de comparante verhuerder hare perzonen
en goederen deselve onderwerpende de indicature
en executie shoofs van Utregt en alle andere
constituerende den huurder kenduer[?] dien
Jacob van den Doorslag pro[cureu]r voor den ed[ele]
hove van Utregt en alle de verdere pro[cureu]rs
in der tijdt aldaar postulerende te zamen
en ieder van dien int bijzonder omme dese

huurcedule te reiterere renoveren en
bekennen en hem huurder daar inne bij
welgemelte hove te doen laten
condemneren belovende de rato onder verbandt
en submissie als voren aldus gepasseert
binnen Utregt ter presentie van Jacobus
van Baren en Jacobus Verburgh
als getuijgen opt den 20^en junij 1744

                    Jan Bogaerd
                                  Hendrick van Nuenroode
               Dit merk  +  is gestelt
               bij Joost van Senten
J.V.Baaren    
  J.V.Burg
        H.V.Dam not[ari]s