gros 6 st[uive]rs zegel uitg[egeven] | 504
174 N° 174 abbema Compareerden voor mij Hendrik van Dam notaris etc[etra] Nelligje Diepgrond weduwe van Jan Victorie de welke verclaarde verhuurt te hebben aan ende ten behoeve van Arien de Greef die alhier mede compa reerde en ook in hure bekende aan te nemen bij desen zeekere huijsinge en erve met hof daar
aanbehorende staande ende gelegen aan de Maartensdijk bij de kerk aldaar tot nog toe bij hem huurder bewoond en gebruijkt derhalve hem wel bekend ende dit weder op nieuw voor den tijd van twaalf jaren die haaren ingang nemen zullem met primo maij 1764 jaarlijx en ieder jaar voor en om de zomme van dartigh gulden eens gelt sulx de verhuurdersse alleen en int geheel sal betalen alle de ongelde en laste uijt die verhuerde gaande te voldoen de voorschreve huurpen[ninge] alle jare precies op de verschijndag onder verdere conditien dat de huerder de boomvrugten op het verhuurde staande zal genieten als ook het jaar om de boomen als het hakbaar is en anders niet den huurder sal de gehuurde wel en na behooren moeten bewonen en gebruijken het selve altijd soeken te verbeteren en niet te
1 guld[en] van Dam |
^zoo als de huurder ook verpligt zal sijn de doonesrag[?] op dit verhuurde staande tweeemaal int jaar op de behoorlijke tijd te scheeren en de huijsinge glas digt moeten onderhouden en opleveren | verargeren ook het selve aan geen ander moge overdoen of voort verhueren als met schriftel[ijk] consent van den verhuurderse ^ en in alle het geene waar omtrent haar particuliere conditien zijn gemaakt zoo nopens het bewoonen gebruijken als weder opleveren van het gehuurde sullen partijen haar reguleren na de ordonnantien op het huere en verhueren der huijse gemaakt of nog te maken gelijk de huurder dit gehuerde ten zijnen kosten sall moete na houden en bewaren uijt alle schadee en schouwe die het onderhevig
mogt zijn toecomen en voldoen van t geene voors[zegd] de comparante verhuerde hare perzonen en goederen de selve onderwerpende den ed[ele] hove van Utregt en alle andere regteren en geregten constituerende beneve dien Abraham van Toll proc[ureur] voor den ed[ele] hove van utrecht en alle de verdere pro[cureu]rs in der tijd aldaar postulerende te zamen en ieder van die int bijzonder omme dese huurced[ulle] te reitereren renoveren en bekennen en hem huurder daar inne bij welgemelde hove te doen en laten condemneren belovende de rato aldus gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Helmert van Dam en Aaldert van der Sloot als getuijge op den 21 aprill 1764 Nlighe Diegrond |