Compareerde voor mij Hendrik van Dam Nots etc

Arien Janssen van Doorn weduw[aa]r boedelhauder en lijfstogtenaar van Willempje Cornelis van Dijk mij notaris bekende gesond van oordeel en verstand met ons gaande en staande en verklaarde den comparant uijt kragte van den octroje vij den voorschreve hover aan hem verleend, bij donatie inter vivos [=onder levende] dat is gifte onder den levende gemaakt ende ge- schonken te hebben gelijk zij is doende bij desen aan sijen oudste soon Jan Aerjen van Doorn sije comparants huijsinge en hofstede met bergen en schueren mitsgaders bepotinge en beplantinge daar op staande en de landeren daar aanbehorende groot omtrent vijff en dertigh mergen edogh soo groot en kleijn deselve gelegen sijn in Nederlangbroek onder de heerlijkheijd van Hardenbroek en dat met sodanige geregtigheden en servituiten als daar aan behoren en spec- terende zijn bruijker van de voorschreve hofstede des comp[ara]nts

schoon soon Albert de Greeff die daar aan nog eenige jaaren huer is hebbende welke huurpenn[ingen] der comparant wil en begeerd dan sijn gemelde soon Jan Aarssen van Doorn profiteren sal met petrij [29-07] 1729 en van die tijd ook treede in de ongelde en lasten waarmede het voorschreve goed is beswaard Des denvoorn[oem]den Jan Aarssen van Doorn gehouden sal sijn desen aangaande in collatie te brengen een somme van twee duijsend agthonderd gulden waar voor het voors[taande] leengos is aange- kost sullende hem daar op voor eerst in afslage strekken sodani- gen ses honderd gulden als aan hem Jan Aartsen zijn geprele- gateert bij den testamentaire dispositie den 5en feb 1725 door den comparant en sijn overleden huijsvrouw voor den geregte van Doorn gepasseerd en welk testa- ment den comparant immers te dien opsigte bij desen verklaard als nog te comfirmeren item nog gelijke ses honderd gulden ter egalisatie van huwelijx goed door den comparant belooft aan sijn jongste dochter Grietje Aris van Doorn getrouwt met

Claas Lammertsen van de Lageweijde en laastelijk sodanige twee honderd gulden als den comp[ara]nt van meergemelden sijnen soon in geld ontfangen heeft sullende de overige veertienhonderd gulden door Jan Aertsen werde gebragt in de deijlinge tusschen hem en de mede erffgenamen naa dood van den comparant te doen en ondertussen daar van aan den te betalen renten jegens drie gulden vijff stuijvers van t honderd in t jaar inganck nemende met petrij [29-07] aanstaande compareerde mede den voornoemden Jan Aartsen van Doorn en verklaarde de voorschreve gifte op de voorgaande conditien geaccepteert en ontvangen te hebben en den gene zijn vaders daar voor te bedanken en op dat hier van in tijt en wijlen soude blijken versogte en consenteerden den comparant sulx van acte die dese is. Aldus gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Joris Didenhoven mede nots en David Borel als getuijgen hier toe versogt op den 27en november 1728

Adrian Jansen van Doorn
J.Diedenhoven
1729 voor

Jan Adriaensz van Doorn

W.Dam

David Davel