Op huijden den VIe martij januarij 1647 compareerde voor
mij Gerardt Vastert openbaer notaris bij den e[dele] hove van Utrecht geedt ende geadmitteert binnen Utrecht resi derende ende den getuijgen nabenoemt daer toe versocht Gijsbert Crijnen in Schalckwijck ende JanCorn[elis] Goesmede aldaar mij notario bekentgemaecktende verclaerden dat sijluijden gesamenderhant ende elx bijsonder ende een voor all ende een voor all ende als p[ri]n[cip]ael gehuijrt hebben van jo[nkee]r Francous van Hulsen als possesseur van sekere vicarije gefundeert op s[in]t Pe[tru]s ende Johans altaer 10 in s[in]t Jans kercke te Utrecht seeckere vijftalve mergen weijlants gelegen in een hoeve van achtien mergen daer Jan Peterss Teuniss ende Anthonis Laurenss van Zijl d ander
veertien d halve mergen in huijren gebruijckt soo d selve hoeve gelegen is inden gerecht van Schoonauwen streckende uijt de Scahlwijcker weteringe tot in der Goijer opslach daer het convent van s[in]t Agnieten te Utrecht boven ende jo[nkee]r Arent Frendts weche[=weduwe] mit seecker lant dat hij van den cap[el]e van den dom in erffpacht heeft off daer hijt mit recht gelaten hebben veneden naest gelant ende gelegen sijn edoch soo groot ende cleijn als de selve vijftalve [= 4 1/2] mergen aldaer gelegen ende eerst bij den voorsz Dirck Baers ende Claes Dirxss van Utrecht gebruijckt sijn den tijt van seven aen eenvolgende jaren ofte soo veel minder jaren als den voorn[oemde] verhuijrder soude mogen comen te beleven waer van t eerste jaer ingegaen is den 1en ja[nua]rij
1647 jaerlix ende alle jaerom vier ende sev entich guld[en] den oude pachtmitsgaders vier cappoenen jaerlix off XX st[uivers] voor ijder ende tot rantsoen twee rosenobels ende twe ryxdaelders voor de verhuijrders maecht eens ee[?] betalen d een helfte martini ende d ander helfte corsmisse in elcken jare d voorsz[egde] huijrjaeren gedurende ende dat van alles vrijs gelts sonder eeniger hande cortinge t sij vanoutschilt ende schellingelden mitte resp[ectiev]e verhogingen van dien vande X st[uivers] op ijder outschilt leckendijck ende kijnderdams gelden als alles anderen schattingen alrede op de voorsz[egde] landen gestelt gestelt ende lopende dese huijre daer op te stellen beheltelick alleenlick openbaer oorloch ende op en waijen soo datmen t voorsz[egde] lant ter waerheijt
niet gebruijcken conde daerinne dan de huijrders doen sullen soo bij de heer van den lande dan daer op sal worden geordineert ende is hierinne gesmolten alle aciten van cortingen die de huijrders voorsz[egd] tot nu toe in crachte van verige[?] ordonnan[tien] andersins soude hebben mogen doen ende dat voorts sij comparanten d voorsz[egde] landen sullen gebruijcken conform d ordonan[tien] nopende t gebruijck der landerijen alrede geemaneert daer toe sij comparanten verbinden hunne persoonen ende goederen d selve stellende ter executie van versz[egde] hove ende alle andere rechteren ende gerechten mit vertichte van exceptie van divisie sulx dat men ijder van hun voor de ge heele voldoeninge des aenspreken verbinnende ende executeren sall mogen sonder mit eene gedeelte te mogen volstaen ende allen
anderen exceptien ende beneficus van rechten ter contrarie ende hebben sij comp[aran]ten voorts geconstitueert ende machtich gemaeckt als sij deden mits desen Cornelis Portengen, Corn[elis van Goesvelt ende de vordere procureurs inde hove versz[egd] ten fine omme t gene voorsz[chreven]staet voorden selven hove in der comp[aran]ten name te bekennen ende daer bij te versoecken dat sij luijdne daer inne sullen worden gecondemneert ge lovende voor goet ende onverbreeckende van weerde te houden t gene de voorsz[egde] geconstitueerden ende ijder van hun bijsonder in crachte deses sullen doen ende passeren onder verbant als boven consenterende hier van gemaeckt te worden acte inde beste forme aldus gepasseert te Utrecht ten comp toire mijns notaris staende in de Romburgerstraet ter
presentie van Evert van Wijck borger te Utrecht ende Peter Vastert clercq als getuijgen hier toe versocht die deses nef fens de voorn[oemde] huijrders mitsgaders jo[nkhee]r van Hulsen verhuijrder ende mij notario mede onderteeckent hebben ten jare maende dage ende plaetse versz[egd] jr Alb: van Hulzen Jan Coornelies Goes Ghijsbert Crijnen Evert van Wijck Petrus Vastert Gerard Vastert not[ari]s
1647 |