Notarieel u238a001 /62-3 Utrecht pdf 17-07-2019 pag. 1

n°=62  62

Dit zegel dient tot de annexe conditien
van huijssen door Engelbert van Gelster senden
geregtsbode van Nieuwe Maarsseveen qq ten
overstaan van mij ondergesz[egde] notaris en
getuijgen publicq tot Maarsseveen op den
9 october 1758 verkogt

R:van Vliet  
not[ari]s
 

conditien en voorwaarden sonder
waar na mons[igneu]r Egbert van
Gester
geregtsbode van Nieuwe
Maarsseveen als speciale
gemagtigde van Mons[igneu]r Pieter
Meijer
en Anna van Dorg__st
egtelieden vermogens procuratie
op den 6ee october 1758 voor den
notaris m[eeste]r Johannes Beukelaar
en getuijgen tot Amsterdam
gepasseerdt publicquelijk zal
opveijlen en verkopen den
nabeschreve huijsingen en
cameren di tmet alle t geen
daar inn aard en nagelvast
is voor soo verre het de verko
met sodanige geregtigheden
en servituten als daar toe en
aan ven ouds tam active quam
passive specterende zijn op
de last van s heeren ongelden

eerstelijk zal men deese verkopginge doen om
 

guldens van twintig stuijvers t stuk
boven een stuijver op de gulden tot randsoen
contant te betalen bij den slag aan handen
van den notaris en procureur Rijk van
Vliet

te betalen de voorschreve cooppenningen aan
handen van den verkoper in zijn q[ualitei]t ten
langsten voor of op primo november aanstaende
in goed grof silvergeld geen minder specie
dan sesthalven sonder schellingen heele halve
of quart rijxdaalders en dat alles vrijgeld
oversulks den XL penning en 1 1/2 pr[o]cento
t opstellen en schrijven deeser coopconditien
copien off extracten van dien zoo voor den
verkopers als copers transporten leges
en zegels en alle verdere daaraan
dependerende onkosten alleen zullen
blijven voor rekening van de copers
na betalinge van welke cooppenningen zal
aan de copers werden gedaan behoorlijk
transport en opdragt met belofte van
vrijding en waringe als erfcoopregt en
in den lande van Utregt gebruijkelijk is
 

wat overlevering der oude brieven en bescheijden
voor soo verre die voor handne zijn waar
meede de copers te vreden zullen moeten
weesen
De copers zullen haar gekogte ten haren voordele
aanvaarden en de huure genieten met
primo november en daar tegens verstaan
werden in de lasten en ongelden getreden
te zijn met paasschen beijde deses jaars
17c agt en vijftigh staande het gekogte
niettemin bij den slag te pericule en
schaede van de copers
De copers zullen gehouden zijn aanstonds bij
den slag te stellen twee goede suffisante borgen
daar men aangenoegen zal die haar ider een
voor al als principaal onder renuciatie
van de exeptien van excussie en divisie de
kragt van dien haar lieden houdende voor
onderrigt zullen moeten verbinden den
in houde deeser conditien te voldoen
en ten dien eijnde neffens de copers compareren
voor de nabeschreve notaris en getuijgen
constitueren en magtig maken gelijk zij
 

zijn doende bij ondertekeninge dezes
Bernardus Sluijterman procureur voor
den edelen hove van Utrecht ofte ijmand
van de verdere procureurs in der tijd aldaar
postulerende hier toe eerst versogt omme
bij deesen voor welgem[elde] hove te doen
reitereren en bekennen en haar copers
en borgen daar inne vrijwillig te doen
en laten condemneren ten haren kosten
onder belofte van ratificatie
Indien de copers sodanige borgen niet konde
of wilde stellen zal het aan den verkoper in
q[ualiteoi]t vrijstaan het verkogte aanstonds
off op een anderen tijd weder te doen afslaan
en verkopen ten voordeele van zijn principalen
zoo het meerder en ten lasten van den
gebrekige mijnder zoo het minder mogt
komen te gelden
zoo over het mijn spreken verschil viel
zal het aan den verkoper in zijn q[ualiteoi]t
vrijstaan het trekgeld off den slag te
gunnen aan den geene die het hem zal
goedvinden off het gemeijnde weder op
 

nieuws doen afslaan en verkopen sonder
des wegens eenige contradictie van ijmand
onderhevig te zijn
zoo den afslager zig in t afslaan mogt
komen te vergissen zal men onbehaald
zijn
de scheijmuur tusschen het erff van het huijs
van h[ee]r Hendrik Moerkerk meester timmerman
en het daar naast staande klijne huijs zal
altoos gemeen zijn en blijven zullende die
scheijmuur regt uijt moeten lopen tot aan
de agterste muur blijvende den inham aan
het huijs van opgemelte moerkerk en zal
de muur tusschen de erven van het klijne
huijs en het hoekhuijs staande ook
gemeen blijven

Op alle voorsz[egde] en verdere
conditien zal men dan
opveijlen en verkopen

Op maandag den 9 october 1758
ten huijse van de weduwe Baars van
 

zeldenrijk horspita in t geregtshuijs van
nieuw Maarsseveen

Eerstelijk een huijsinge en erve staande
ende gelegen in den dorpe van Maarssen
in de boelestijnse buurt streckende voor
uijt de vegt tot agter aan de twee klijne
huijsje hier nabesz[egd] alwaar oostwaarts
de verkopers en westwaars de welgeb[oren] heer
van Boelestijn naast gehuijst en geerft
zijn in huure gebruijckt worden bij mons[igeu]r
Aron Daguilar die daar aan nog huure
heeft tot utlimo aprul 1764 volgens
huurcedullen hier bij opgelesen welke
huure den coper zal moeten uijthouden

trekgeld f7-:-

ingest bij de heer Jacob Overvest
op
niet verhoogt
inslag genomen bij de heer
Abraham Dagiulaer met  

f 725 -: -
 
 
 
        5 -:-

f 730 -:-

             de heer Matthias Cohen
borgen {
             Cornelis Veenman
 

item twee huijsjes off woningen meede
staande in de dorpe van Maarssen aan
de boelestijnse dijk alwaar ten oosten
het erff van het natemeldene perceel
en ten westen voorsz[egde] heer van Boelestijn
naast gelegen zijn ofte wie alomme
het regt daar naast gelegen mogte
weesen wordende het eene in continuatie
gebruijkt bij Abraham Polak en het andere
bij de wed[uwe] van Nesch

trekgeld f5-5-,,

ingest bij de heer Jacob Overvest
op
in slag genomen bij Carel
de Bie
 

f 340 -: -
 
 
      5 -,,-

f 345 -,,-

voor en ten behoeve van Pieter de Haas en
Hendrik Lammers die de coop accepteerden
             Gijsbert Brands
borgen {
             Jacob Swaen
 

en eijndelijk een huijzinge en erve meede
staande te Maarssen in de Boelestijnse buurt
strijkkende voor uijt de vegt tot agter
aan de Boelestijnsedijk alwaar oostwaarts
h[ee]r Hendrik Moerkerk met zijne huijsinge
en westwaarts het hoekhuijs voorsz[egde] naast
staande en gelegen is bewoond wordende
bij mons[igneu]r Elias Perraire die daar aan
nog huure heeft tot primo maij 1759
welke huure den coper zal moeten
uijthouden

trekgeld f7-:-

ingest bij de heer secret[ari]sJasper van Eeten
op
in slag genomen bij niemand
dus coper voor hem off die hij
binnen drie dagen zal nomineren
 

 
f 620 -:-

 
f f 620 -,,-,,

Aldus opgeveijld en verkogt ten overstan
van mij Rijk van Vliet notaris s hoofs
van Utregt etc[etra]
nevens de heer Everhardus Prijn schout
van Maarsseveen en mons[igneu]r GijsbertEvert
Klinkenberg
brands als getuijgen

 
Engelbart
van Gelster
 
E Prijn

  W V Eeten
  Abr[am] Daguitar
Matthias Cohen
Cornelis Veenman
  Carel de Bie
  Gijsbert Brans
    Jacob Swaan
  Pieter de Haas
  Hendrijck Lammers
   Evert Klinkenberg
     R van Vliet

                      not[ari]s


Homepage | E-mail