| n[ummer]o 248 Compareerden voor mij HVWagtten Theordorus Koppen notaris 's Hoofs van Utrecht etc[etra] en voor de nabenoemde getuijgen Pieter Kippersluijs meerderjarig jongman toekomende bruijdegom geadsisteert met zijne vader Antonij Kippersluijs ter eener en Annigje van der Mark meerderjarige dogter toekomende bruijd geadsisteert met hare ouders Harmen van der Mark en Maria Ewijk echtelieden ter andere zijde wonende de drie eerste comparanten onder den gerechte van Themaat en de laatste compa
alle aan mij notaris bekend en verklaarden de eerste en derde com paranten hun voorgenomen huwe lijk te zullen voltrekken op vol gende conditien dat zijlieden tot onderstand van dit huwelijk wederzijds zullen aan brengen |
met magt omme all t zalve te mo gen verteeren vera lieneren en ge bruijken na wel gevallen dan zal na doode van de langstlevende al t geene als dan onverteerd en niet veralieneerd zal komen over te schieten door de erfgenamen ab intestato van de toekomen de echtelieden weder zijdsbij ijder voor en geerft worden | brengen alle zodanige gelden en goederen
als een ijder van is hebbende geene uitgesonder Dat omtrent dezelve aan te brengen goede ren het zij allodiaal leen tins of erfpagt mitsgaders omtrent de aanteerven goederen en de winst en verlies staande huwelijk te vallen eene volkme gemeenschap plaats hebben zal Dat ingevalle dit huwelijk komt te scheiden zonder agterlating van kind of kinderen aan den anderen verwekt de langstlevende in eijgendom zal heb ben en behouden alle des eerstervendes natelaten goederen geen uitgesondert
onder beding van haers wederzijde van de toekomende bruijdegom wanaar hij in dat een der eerststervende mogten wen__ als zijne voornoemde vader de tweede comparant nog in leven zal zijn dat als dan de toekomende bruijd aan denzelve
Antonij Kippersluijs zijn leven lang gedurende jaarlijks tot deszelfs ali mentatie zal moeten uitkeeren eene somma van een hondert guldens inte gaan met de sterfdag van den eersten |
en zoo ook ingevalle er al kind of kinderen uit dit huwelijk geboren wor den dog zijn en zonder kind of kinderen na te laten voor de langstlevende zullen gestorven zijn voorts is bedongen wanneer de toekomende bruijdegomzonder in cas er geen kind of kinderen bij zijn afsterven uit dit huwelijk verwekt zullen wesen zal komen te sterven |
Pieter Kippesluijs | Dit merck is + gesteld door Annigje van der Mark |
|
comparant en te eindigen met het vieren deel jaars waarinne zijngemelde vader gestorven zal wesen en zulks voor en in plaatse van de legitime portie zijnde een derde gedeelte van den natelaten boedel van den eerste comparant welke hem andersins daar uit zoude competeren en van welke legi time portie de voorn[oemd]e Antonij Kipper sluijs uit hoofde van de als voorsz[egde] aan hem besprokene alimentatie pennin gen bij deeze verklaarde te renuntiee ren en afftstand te doen verder zal de toekomende bruijd bij t overlijden van den toekomende bruidegom zonder kind of kinderen aan den anderen verwekt aan de roomsch priester in der tijd van de kerke te Vleuten moeten uitkeeren wegens zielmissen voor hem toekomende bruijdegom als dan te
doen eens eene somme van vijf hondert gulden en wanneer de toekomende bruijd bij vervolg van tijd / dit huwelijk alzo zonder kind of kinde ren uit dit gescheiden zijnde / weder komt te hertrouwen dog andes niet zaldezelve moeten uit keeren aandes eerste comparantes zijn halve suster Pieternella Kip persluijs thands huijsvrouw van Sweer . . . . eens een somma van vier hondert guldens zonder dat dezelve Pieternella Kippersluijs egter t recht zal hebben om van de toekomende bruijd deswege eenige cautie te mogen vragen gelijk de toekomende bruijd al verder in dat geval bij t zelve hertrouwen tot aalmoesen aan zodanige armen en behoeftige personen al zij zal goetvinden zal moeten uitdeelen een somme van vijf hondert guldens zonder
dat iemand veel min eenige collegie armen het regt zullen hebben haar daarom aante spreken of des wege eenige verantwoordin ge af te vorderen |
| Edog zoo de toekomende bruijd de eerster vende zal zijn zonder agterlating van kind of kinderen aan den anderen ver wekt zal hij eerste comparant den voorzeide aan haere bespreek een eigendom van haeren boedel genieten zondere eeniger last van in geene uitkeeringehoegenaamd gehouden zijn ook niet van de legitime portie aan de ouders van de toekomende bruijd of de langstlevende van dien zoo beide of een van die als dan nog in leven zal of zullen zijn andersints mede tot een derde van haren boelde naar rech ten competerende alzo dezelven hare
ouders vierde en vijff de comparanten ver klaarden van dezele legitime portie hun in dien gevalle competerende wel expresselijk te renuntieeren en afstand te doen bij desen wijders verklaarden de toekomende bruijdegom en bruijd wanneer dit huwelijk zal komen te scheiden met ag terlating van kind of kinderen bij den anderen verwekt aan de langstlevende van hun beide zijn of haar leven lang gedurende te maken de usufruct en lijftocht van en aan alle der eerst |
| stervendes natelaten goederen geene uijtgesondert onvermindert nogtans de legitime portie de kinderen zo vier en minder in getale zijn tot een derde of vijf of meerder wesende tot de helfte van des eerstervendes nalatenschap vrij en buiten last van lijftocht naar
rechten competerende onder verder beding wederom aan zijde van de toeko mende bruijdegom zoo zijne voorn[oemd]e vader ook dan nog in leven zal zijn dat de toekomende bruijd aan dezelve zijne vader indien gevalle uijt de ge meenen boedel jaarlijks in ma niere voorschreeve tto zijne alimen tatie zal moeten uitkeeren te weten tot zoo lange der comparanten kind of de oudste van dien geen ses jaeren zal hebben bereikt of zedert afgestor ven zullen wesen een somme van een hondert guldens dan wanneer het kind of de oudste van dien de voorseide jaeren zal habben bereikt niet meerder als een somme van |
| vijftig guldens in t jaar en zulks respec tivelijk zijn leven langgedurende te
cesseeren met t vierendeel jaars daar inne gestorven zal wesen gelijk mede de toekomende bruijd wanneer dezelve kind of kinderen voor den ouderdom van ses jaren na t overlijden overlijden van den toeko mende bruijdegom als de eerstervende zullen komen te overlijden en zij ten tweede huwelijk zal treden als dan daar aan de te vorengenoemde Pieternella Kippersluijs zal moeten uitkeerne eene somma van vier hondert guldens zonder dat zij deswege egter eenige cautie zal mogen vragen en zal dan ook oor haar derde comparante aan zodanige armen en behoeftige perso nen als zij zal goetvinden tot aal moesen moeten uijtgedeelt worden eene somme van vijf hondert guldens zonder dat iemand veel min eenige collegie armen het regt zullen hebben
haar daarom aantespreken of deirel ge verantwoordinge afte vorderen stellende de toekomende bruijdegom en bruijd voorts tot voogd of voogdesse over hare natelaten minderjarig kind of kindere de langstlevende van hun beiden gevende aan dezelve zodanige ample magt en authoriteit als aan een voogd of voogdese naar rechten kan en mag gegeven worden ook met magt van assumtie substitutie en surrogatie ten einde der voogdije toe en zulks met uistluijtinge van alle heeren weesmeesteren van de plaats alwaar hun sterfhuijs zal komen te vallen de goederen gelegen of de minderjarigen woonagtig we zen zullen beloovende de gezamentlijke com paranten een ieder in zijn requard elkanderen den effecte van t boven
geconditioneerde en gernuntieerde te zullen doen genieten onder ver band als naar rechten versoekende en consenteerende wijders hier van deeze acte de welke is ge passeert binnen Utrecht in tegen woordigheid van Jan Antonij Prijn en Justus Jacobus Samber als ge tuijgen op den 20 januarij 1776 Pieter Kippersluijs |