geextradeert op zegel van XXX st |
Op huijden des XIIII novemb[er] 1696 compareer-de voor mijn dit_ Ludolps Adriaan de With ad-vocaat voor des ed[ele] hove van Utrecht als notaris bij den voorn[oemde] ed[ele] hove van Utrecht als beedicht ende geadmitteert in kennisse der getuijgen onder be-noemt Henricus van Loenen minder jarige jongh-man toe comende bruijdegom geassisteert met Johan van der Horst zijnen momber ende oom en Cornelis de Greeff zijnen aangehoude oom ter eenre ende Roesseltje Caverle meerderjarige dochter toecomende bruijdt geassisteert met Willem Caverle haren vader ter andere zijden en verclaarden de voorsz[chreven} compten dat inden name godes en tot zijnder eeren tusschen de voorn[oemde] Henricus van Loenen en Roesseltje Caverle een wettelijck huwelijk ge-maeckt en gesloten is welck zij van meeijninge zijn eerstdaech te sillen doen solemniseren ende voltrecken nae t gebruijck deser provincie tot onderstand van welckes huijwelijck Henricus van Loenen met handen zijns momboirs voorss[chreven] in sal brengen alle zoodanige goederen als hem bij scheijdinge ende deijlinge jegens zijne susters bevonden zal worden te competeren ende bovendien alle de baten en emolumenten ende op comsten vast bode ampt der heeren van den caple van vermane alhier binnen Utrecht op de laste van hondert gul[den] jaarlijcks uijttekeeren ter op voedinge van Anna van Loenen zijn onmundite zusje waer ende tegens de toecomende bruijdt ins-gelijck tot onderstandt van desen huijwelijcks aan sal brengen alle zoo danige goederen als vervatt zijn bij zekere memorie off
bek specificatie bij de toecomende [ech]teluijden en onderteekent welcke nevens de voorsz[chreven] scheij-dinge van zoodanige kracht werden gehouden als off die in desen van woorde te woorde geinse-reert waren van alle welcke goederen gelijck oock van erffenisse en off besterffenisse van de een off dandere cant geen gemeenschap zal sal wesen maar winst en verlies staande desen huwelijcken zal gemeen wesen in voegen dat bij vooroverlijden van een van beijde der toecomen echtuijden de langste
de erffgen[amen] van de eerst overledene zullen uijt gaan met alde haare aangebrachte en aan bestorven goederen nemende en dragende de helfte der winst en verlies staande desen huijwelijcke gewillen noch zijn voorwaerden dat bij voor overlijden van den toecomenden bruijdegom de bruijdt uit de selffs nae te laten goederen voor uijt trecken en verbetert zal zijn met de zomme van twee hondert gul[den] waartegens bij voor aff-sterven van de toecomende bruijdt den bruij-degom verbetert zal en zijn en uijtte naete laten goederen van bruijt voor uijt hebben een somma van een hondert gul[den] voor de voldoeninge en naercomminge deses verbinden par de computen haar personen ende goederen als nae rechten versoeckende ende conserende
zonsenterende hier van acte welke haar vergost hebbe aldus gedaan ende gepasseert in den catrije des capls van vermane alhier binnen Utrecht inde tegenwoordicheijt van Arnoldus van der Horst ende Henricus van der Horst getuijgen van gelove hier toe versocht |