Op huijden den IXen novemb[er] 1695 ouden stijl compareerden voor mijn Pieter Leechburch notaris s hooffs van Utrecht alsmede bij de ed[ele] ende achtbare

heeren burgermeesteren ende vroedschappe der selver stadt gepermitteert binnen Utrecht residerende in presentie van de naarbenoemde getuijgen hier toe versocht Jan Willemsn Spengenmeerderjarich jongman woonende in Spengen mij notario seer wel bekent redelijck gesont van lichaam en sijn verstandt wel hebbende als bleecke den welcken verclaarden mits desen te revoceren d acte van executeur- schap op Adriaan Heijndricksen Schuijlen- burch sijnen neeff geinsereert in sijne testamentaire sispositie in dato den eersten augustij 1695 voor mij notario ende seeckere getuijgen gepasseert in allen schijn off t selve niet en ware gepasseert blijvende echter den vorderen inhout van die diespositie in vollen waarden over sulcx den comparant den meergemelten Schuijlenburch van voors[chreven] executeurschap was decherge- rende ende ontlastende bij desen versoeckende den comparanten hier van gemaackt ende gelevert te worden acte in forma die ick notaris vergoust hebben ende is dese aldus gedaan ende gepasseert binnen Utrecht ten comptoire mijns motaris staande

aldaar in de lijn merck ter presentiie van Hermannis van Waninck ende Johannes Leeder comptoir Clerquen mijns notaris getuijgen van geloove hier toe versocht die dese neffens den comput ende mij notario mede ondertekent hebben ten tijde en plaatse als boven

Dit merck gestelt
 
bij Jan + Willemsz
 
        Spengen

H v Waninck
                1695

J:Leeder

P Leechburch nots
1695