IIIJ f VJ st[uivers] zoon en swager of naesten[?] als voor uutcost | . . . . vordel L g[u]l[den] Jan Janssz Coopal thuijs en de werff ende strengij[]c de weijdt voorallerts IIIJ morg[en] noch buten V morg[en] IIIJc en XIIS r[oeden] noch de nieuwe wech X coeijen IJ vaersen V bedden te zijn aan Cornelis Boots wonende Tafter VIJc gulden . . . . |