steensnijden op t versouck aen die van den gerechte gedaen bij Thonis Bouwensz ende Ijda Jansdr vader en[de] moeder van Bouwen Thonisz out omtrent anderhalff jaer mitsgaders Wouter Jansz broeder van de voorsz[egde] Ijda ende Pieter van der Hagen van Ijpre snijder en[de] Maijken Pandous mede van Ijpre vader en[de] moeder van Laurens van den Hagen out omtrent sestehalff jaer mitsgaders Jacques van den Hage broeder van[de] versz[egde] P[iete]r omme d[e] selve kijnderen als
gebreck hebbende van de breuck duer duer m[eeste]r Herman van Otten steen ende breuck snijder te doen snijden en[de] laten cureren hebben de voorsz[egde] van den gerechte voor soo veel in hun es int versouck bewillicht mits bij de voorsz[egde] m[eeste]r Herman volgen[de] het XIIJe ar[ticu]le van de gildebrieff van de chirurgijns de snijdinge doende ten overstaen van eenen doctor in de medecijnen alhier toegelaten zijnde om te practiseren en[de] twee prouffm[eeste]ren van t selve gilde |