donderdach steensnijden op t verzouck aen die van[de] gerechte der stadt Leijden gedaen bij Giellis Jansz molenaer ende Nelletgen Florendr vader ende moeder ende Floris Cornelis stoelendraeijer mitsgaders Marijtgen Vincentedr haer vader ende vroumoeder over Jacob Giellisz out drie jaeren ten eijnde t selve kint daer m[eeste]r Harman van Otten van de steen gesneden ende gecureert zoude werden hebben de voorsz[egde] van de gerechte
voor zo veel in hen es int versz[egde] verzouck bewillicht mits dat de versz[egde] meester Harman de versz[egde] snijdinge zal doen ten overstaaen van eenen docter inde medicijnen alhijer toegelaten zijn[de] om te practseren mitsgaders van twee prouffmeesterenals oom van van t gelde der chirurgijns alles volgens het XIIJe ar[ticu]le van haerl[iede]r gildeboeckout |