vercost f2200 den 12 meij 1655 solvit voor d 40 pen[ning] r 55 | 13 Lambert Reijnst wij Jan Munter ende Woetert Ernst schepenen in Amstelredamme oirconden enden kennen dat voor ons
gecompareert is Gerrit Jansz woonende tot Embden als man en vooghdt van Aegje Carstens eenige erfgename van wijlen Jacob Carstiaensz Boom haer oom was ende geliede vercost opgedragen en quijtgeschonden te hebben Barent Pietersz Los gevaren sijnde naer oost indien en Barbara Thomas zijn huijsvrouw een huijs ende erve staende inde Boomstraet nader uijtgedruct inden |
els hier gemelt is bij Jan Jansz aen Jacob Carstiaens verleden den 9 martij 1647 | brieve van quijtscheldinge daerdeurende ende hij comp[aran]t geliede daer af al voldaen ende zoo dat hij daeromme als principael Huijgh Jansz Calslag
ende m[eeste]r Gerrit de Wilde chirurgijn (mede comparerende) als borgen t samen ende elx een voor al belooffden (onder t verbandt van alle hunne goederen roeren[de] ende t voorsz[egde] huijs ende erve te vijen ende vrij te waren jaer ende dagen als men in gel[den] schul[dig] is te doen ende alle oude brieve aff te nemen des belooffde etc[etra] zonder argh etc[etra] in oirconde etc[etra] den 12 meij a[nn]o 1655 |