voor f 650:- con[tan]t mede |
Wij Joan van de Poll Harmenasz en Jacob Strijen schepenen in Amsterdamme oirconde en kennen dat voor ons gecompareert is Elias de Broecker erffgenaam van sijn huijsvrouw Femmetie Willems eerder wed[uwe] van Jacob Jansz engeliede in die qualitijd vercogt opgedraegen en quijtgeschol den te hebben aan Abraham van Bil de helft in een huijs en erve staande en gelegen aan de noordzijde van de Angelierstraat nader uijtgedrukt inde oude brieven van quijtschel ding waar door desen gesteken en opbezegelt is met alle sodanige leijdende en dominerende servituten als in de selve uijtgedrukt |
de brief in desen gemelt is een executie brief op den 14 januarij 1659 ten behoeve van Claas Jacobsz verleden | verband van alle zijne goederen roerende etc[etra] de voors[zegde] helfte in het gemelte huijs en erve te vrijen en vrijte waeren jaar en dagh als me in gelijke schuldigh is te doen en alle
oude brieven aff te nemen sonder arg of list in oirconden desen bezegelt den 23 maart 1701 |