f 1700: c[ontan]t

Wij Gerard Karssenboom en Abraham Loten schepenen
in Amsterdam oirconden en kennen dat voor ons gecompa
reert zijn Ditlof van Pijn in huwelijck hebbende
Lijsbeth Barends doghter van Barbara Thomas in
eerste huijwelijck geteelt bij Barend Pietersz Los ende
dezelve Lijsbeth Barends ten deser geadsisteert met de voors[zegd]e
haere man en van den selven soo veel des noods gequalificeert als
haere wettige voogd Pieter Gillisz soon van deselve Bar
bara Thomas in tweede huijwelijck geteelt bij Gillis Pieters
en nogh Barbara Jans Paus getrout met Abraham Willems
en procuratie hebbende van de zelve haer man mitsgaders
Annetie Jacobs ingselijks gemagtigde van haere
man Jan Jansz Paus volgens actens den eerste op s'lands
schip de Loosdregt gecommandeert bij constantijn van Langen
hoven den 20 decemb[er] 1710 ende de laeste den 4 junij 1711
op het 's landschip de Rippert daer capitijn op was
Jacob baron van Reede heer v[an] Elst beijde ons schpenen
in originali vertoont en alhier in het provncatien boeck van
buijtine berustende ter secretarije fol[i]o 154 v[ers]o geregistreert
ende laestelijck nogh voor[noemd]e Ditlof van Pijn als
testamentaire voogd over Lucas Jansz Paus nogh minder
jaerig zijnde de zelve Barbara Jansz Paus, Jan
Jansz Paus en Lucas Jansz Paus kinderen van Jan
Jansz Paus die een soon was van de meergemelde
Barbara Thomas in derde huijwelijck geteelt bij Jan
Paus ende sulcks sij comp[aran]ten gesaementlijcke erff
genamen van dezelve Barbara Thomas als nae
entlijck zij twee eerste comp[aran]ten Lijsbeth Barends
en Pieter Gillisz in de filiale en sij drie laeten
comp[aran]ten soo voor sigh als qq[]en te saemen in hunne
legitime portie ende verklaerden sij comp[aran]ten alsoo
edoch de voorn[oemd]e Ditlof van Pijn ende voors[zegd]e
Barbara Jans Pauw en Annetie Jacobs in hunne
respective qualit[eit] ten desen bij schepenen appointemente
in dato den 11 julij op hun requeste verleent retistratie
in het III schepenminut register fol[i]o 191 ons schepen
nen mede in originale vertoont breder gequalificeert
vercoght opgedraegen en quijtgeschonden te hebben aen
Albert Hagen een huijs en erve staende en
 

leggende in de Boomstraet naeder uijtgedruckt
in de oude brieve van quijtschelding de dato 12
meij 1655 staende ten naeme en houdende ten beho
van Barend Pietersz Los voorn[oem]t waer door desen
gesteken en op bezegelt is ende dat met alle sodaenige
belendenen en streckingen als bij deselve brieven staen
geexpresseert ende het voorsz[egde] perceel althans is heb[bende]
voorts in allen schijn het selve aldaer gelegen is bi__
en betimmert staet ende gelieden sij comp[aran]ten
hier aff all voldaen en wel betaelt te wesen den
laesten penning metten eersten soo dat sij daer
omme voor sigh ende in hunne respectieve qua[litiet]
te saemen als principaelen ende nogh de voorn[oemd]e
Ditlof van Pijn ende desselfs huijsvrouwe Lijsbeth
Barends met consent en adsistentie van haere man
beneffens Pietr Gillisz in hunne prive naeme
ende in solidum als borgen onder renunciatie en
de beneficien ordines divisionis ende excustionis
ende ten respecte van haer vrouwespersone daer
en boven nogh senatie consultie vellani ende au[]
trice si qua mulies mitsgaders de wellekeur dese
stad van alle welcks effecte etc[etra]
beloofden het voors[zegd]e huijs en erve te vrijen en
vrij te waeren jaer en dagh als men in gelijcken
schuldig is te doen en alle oude brieven aff te
nemen hier voren verbindende soo borge als
principaele hunne goederen roerende etc[etra]
alles sonder arg oft list in oirconden etc[etra]
21 julij 1711