f1035 C^t:

Wij Jan Sautijn en Gerret Corver
Schepenen in Amsterdam oirconden en
kennen dat voor ons gecompareert is
Jacob Molenaar in huwelijk hebbende
Sara Flocq eenige naergelaten dogter
en erfgenaam van Matthijs Floq ende
bekenden bij desen opgedragen en quijtge
schonden te hebben aan Claas Hendricksz Loman
een erf geleggende in de Rapenburgerstraat
binnen deze stadt daar van out voorgestaan
heeft het is niet anders streekende voor
uijt de Rapenburgerstraat tot aan de
erven van de heer graft en verder tot
 

381                                                   96

soodanige brete al het^voorsz[egde]vercogte gedeelte
van het zelve erf aande voornoemde Matthijs
flocq aks vercopers toebehoort heeft zullende
de coper zijn balcken in de muure van des
vercopers huijs t welck aande oostzijde van
dit vercogte erfg gelegen is mogen leggen
soo verre als de voors[zegde] muure tegenwoordig
staat of getimmert is en voorts met de
sodanig regt en onder sodanige conditien
als bij en volgens de acte gepasseert tussen
de voorn[oemde] Matthijs Flocq ter eenree ende
gemelde Claas Hendriksz Loman ter andere
zijde voor de not[ari]s Gerrit Ewous ten Berg
en getuijgen alhier gepasseert in dato 11 en
20 julij 1705 waar toe in desen werd gerefereerd
uijtgedruckt staat ende hij comparant bekende
daar van al voldaan en wel betaelt te zijn
den laatsten penning met den eersten soo dat
hij daaromme beloofde onder verbandt van alle
zijn goederen roerende etc[etra] het voorn[oemde] erf
in voegen als vooren te vrijen en vrij te waren
jaar en dag als men in gelijke schuldig is te
doen en alle oude brieven afte nemen sonder
arg of list in oirconde etc[etra] den 7 october 1716