f3000 c[ontan]t

Wij Utz[upra]
dat voor ons gecompareert is Cornelis Iwithsz
Kampen zoon en meede erfgenaam van
Iwith Jansz Kampen en bij testament in
dato Junij 1704 ten overstaan van de notaris
Levinus Meijer en getuijgen alhier gepasseert
voor desselfs aan deel het naar te meldene
huijs en agterhuijs en hunnen erven toege
voegt en alzo eijgenaar van de selve perceelen
ende geliede vercogt op gedragen en quijtge
schonden te hebben aan Jan Witteklok
een huijs en agterhuijs met hunnen erven
staande ende geleegen aan de zuijd zijde van
de Blomstraat tussen de Princegraft ende
eerste dwarsstraat daar morgen en niet
uijthangt met soo danige lenden sevitu
ten vrij en en vrijheeden als het selve huijs
en agterhuijs en hare erven aldaar gelegen
zijn beheijnt en bitimmert staan n ader

#brieven van
quijtschelding
zijn de een off

uijt geruckt in de oude decreet brieff in
dato 22 decemb[er] 1675 hudende ten behoeven
van Jwith Jansz Kampen voorn[oem]t waar door
deese met relatie tot de selve gestoken en op
bezegelt is ende hij comp[aran]t geliede hier aff
al voldaan en wel betaalt te zijn den
laast en penn[ing] met den eersten zoo dat
hij daar omme beloofde onder verband van
alle zijne goederen roerende etz[etra] het voorsz[egde]
perceelen te zullen vrijen etz[etra] sonder arg etz[etra]
in oirkonde etz[etra] den 6 ^9[=novem]ber october 1722