Oud Archief 552-133 / 4 Nieuwe Niedorp pdf14-08-2024 pag. 1

 

                    Register van woede
                    t weeshuijs tot Nieuwenieudorp

    Goede[ren] ende incomsten

Eerst een stucke weijdtlants ghelegen
boven paedt grot omtrent tien geersen

soeckt te
midden in
   desen
     regijster

ende soeckt schulden
achter

belendt die dreij booms ven ten westen
ende de pastorij weijdt ten oosten tegen
woordich ghebruijckt bij Dirck Janssz Backer
anno 1604

noch een stucke weijdtlandts groot
omtrent seven geersen mede gelegen
boven paedt belendt d[e] erffgenamen van Maerten
Volckertsz
ten westen t gilde weijtgen ten
oosten tegenwoordich anno 1604 ghebruijckt
bij Dirck Janssz Keuck

noch een stucke weijdtlandt groot omtrent
drie geers gelegen binnen paedt belent
d erven van Claes Everts ten westen
Dirck Jansz Keuck ten oosten tegenwoordich
anno 1604 gebruijckt bij Guert Floris Erven

noch het weeshuijs ende erve schuer
metten boomgaert

noch het ronde ackertgen welcke jegen
woordich ghebruijckt wert bij Trijn Pietersd[ochte]r
wed[uw]e van Jan Pietersz Ex ende Maritgen Jans haer d[ochte]r
die d[e] renten vandien sullen ghenieten hae rleven
lang ende langer iet zal alsdan ghelijck die
andere landen volcomel[ijk] zijn aende weeshuijse ende
die arme weesen volgens d[e] obligatie bij weesm[eesteren]
als Jan Jansz Smits ende Jan Sijvertsz ghele[vert]
 

aen Corn[elis] Jansz Ex in date den 12en meij anno 1597

alles uuijt crachte vande collatie ende transpoort
bij Cornelis Jansz Molenaer in date den 28en julij 1596
in pappier daer van zijnde
mede volgende den transpoort bij Corn[elis] Jansz Ex daer
van gedaen in date den XXVIIJen julij 1596 zijnde in
pappier ende besegelt

mede volgende transport bij kerckm[eeste]ren in date
den XXIIIJen september 1596 mede in pappier
ende die fundatie brieve van heer Sijmon Willemsz
om franchijn daer achter aen ghehecht

noch comt den armen weesen ende behoort haer
toe het weeshuijs staende tegenover die kerck

daer tegen ist weeshuijs schuldich aen
Cornelis Jansz Ex achthondert gulden hooft penn[ingen]
daer van hem betaelt wert jaerlijcx ten hondert seven gul[den]
volgende d[en] obligatie ghepasseert bij Jan Jansz Smits
ende Jan Jansz Sijverts weesm[eeste]ren in date den 12en meij 1597

in houdende die conditie dat Corn[elis] Janssz de gheele
penn[inchen] moghen op brengen ende afflossen mits vier
maenten te vooren ghewaerschout hebbende

opten boven gesc[hreven acht hondert gul[den] vijftich gould[en] ende
van hooft penn[ingen] betaelt
 

Op huijden den XXIXen julij anno XVc ende zes ende tnegentich
. . . .

Op huijden den 29en april anno XVc ende zeven ende tnegentich
. . . .

Op huijden den IIIen augustij anno XVc ende acht ende tnegentich . . . .
. . . .
 

Op huijden den 29en septemb[er] anno 1599 hebben . . . .
. . . .

. . . .
1600 hu in bij wesen en presentie van Dirck Jan Kuecx
. . . .

Opten XJen augustij anno XVJc ende drie . . . .
 

Opten voors[chreven] XJen augustij anno eodem . . . .
. . . .
van jaere 1602 . . .
. . . .

Op huijden den vierden november 1604 . . . .
. . . .
 

Op huijden den laeste december 1607
hebben Corn[elis] Claesz Buijten ende Reijer Danijs
weesm[eeste]ren die anno XVJc vier haer luijder rekeninge
bewijs ende erliqua ghedaen van haere ontfang ende
uuijtgheven ende is bij slot van rekeninghe bevonden
bijde zelve ontfangen te zijn zoe van lanthuer huijs
huer t recht vande armen van de vercopinghe ende penn[innge]n
uuijt die bos in als die somma van 384-0-8 emde
daer tegen bij de selve uuijtgegeven te zijn zoe aen verpon
dinge ende lantschot volgens die quatantien bhij haer ghetoont rente
aen Corn[elis] Jansz Molenaer ende Corn[elis] Jansz Ex op cost ende cle
deren aende wesen ende anders volgende haere specificatie die
somma van -392-0-6 vijff ende twintich gul[den] Dirck Jansz
Keuck
ten behoeff vande arme vande op d[e] Keijns ingehou
de van lanthuier daer in gherekent ende zulcks bevonden

          +
dese acht gul[den]
VIJ st[uivers] X penn[ingen]
aen Corn[elis] Claesz
ende Reijer Danijsz
betaelt datel[ijk]
uuijt penn[ingen] bij
Jan Kuijper als
inde volgende reke
ninge opgebracht

bij de vers[chreven] Corn[elis] Claesz ende Reijer Danijs meerder uuijt ghe
ghegeven te zijn als ontfangen acht gul[den VIJ st[uivers] X penn[ingen]
die haer der halven van den weeshuijse comt des sullen
vers[chreven] Reijer Danijsz ende Corn[elis] Claesz moghen ontfangen van
Dirck Claesz Backer ende Pauwels Thomas erven XXXIJ st[uivers] resterende
huier vande weesen schuier aldus ghedaen voor Corn[elis] Heijndricksz
en Jan Pietersz Koeman weesm[eeste]ren tegenwordich ende Cor Jan Corn[elisz]
Dircksz
mitsgaders Corn[elis] Reijerszoon schepenen ten daghe
ende jaere als boven ter ordonnantie van weesm[eeste]ren ende sche
penen ghet[ekent] bij mij der steden Nieudorp secret[aris] 1607
                                                                    C Jansz Hogheboom not[aris] s[ecretari]s

Op huijden den Laesten december 1607 hebben Reijer Danijsz
ende Jan Jansz Kuijper weesm[eeste]ren de anno 1605 haer rekening bewijs
ende relique ghedaen van haere ontfangen ende uuijt gheven ende is bij
slot van rekeninge bevonden bij de zelve ontfangen te zijn zoe van lant
huer huijshuier t recht vande vercopingen van hoeij bij Geert Stijnes
die weesen ghegeven in als die somma van -365-10-12 ende
daer tegen bij de zelve wettel[ijk] uuijt ghegeven te zijn -296-1-0
als aen verpondinge lantschot cost en cleding aende weesen # XXV gul[den] bij Dirck

#renten aen
Molenaer ende
Cornelis Jansz
Ex

     +

Janssz haer ghecort voor de arme vrouw van Keijns daer in gherekent
ende oversulcks d selve berekent - 69 gul[den] 9 st[uivers] 12 penn[ingen] die zij datel[ijk]
aen gelt hebben voldaen als acht gul[den] VIJ st[uiver]s X penn[ingen] aen Corn[elis] Claesz
buijten ende - 61 gul[den] 2 s[tuiver]s 2 penn[ingen] aen Corn[elis] Heijndricksz ende Jan Pietersz
Koeman
jegenwoorijge weesm[eestere]n des sullen d vers[chreven] Jan Jansz ende Corn Reijer
Heijndricsz Danijsz mogen ontfangen t gunt resteert van Dirck Claesz ende Jan Jansz
Smitsz
uuijtsaecke van lantcoop volgende die keuren aldus ghedaen voor Corn[elis] Heij
dricks
ende Jan Pietersz Koeman weesm[eeste]ren Jan Cornelis Dirksz                   C Jansz Ho[genboom]
ende Corn[elis] Reijersz Oom schepenen in kennisse bij mij secre[taris]
 

Op huijden den laetste december 1607 soe hebben
Jan Jansz Kuijper ende Corn[elis] Heijndricksz weesm[eeste]ren
vanden jaer 1606 haerluijder rekening bewijs ende reliqua
ghedaen van haere ontfang ende uuijt gheven ende is
bij slot van rekeninge bevonden bij de zelve ontfangen
te zijn van lanthueren huijshuer t recht van de vercopinge
in als die somma van -311 gul[den] 16 st[uievers] - 14 penn[ingen] ende
daer tegen bij de szelve uuijt gegeven te zijn die somma
van -238 gul[den] -9 st[uiver]s - 8 penn[ingen] zoe aen verpondinge lantschot
volgende die quitantien renten aen Molenaer ende Corn[elis] Jansz Ex
cost ende cledinge aende weesen 15 gul[den] 15 st[uivers] voor cledinge
van Aeffgen Dirck Vijsskers daer in gherekent mede daer
in gherekent XXV gul[den] bij Dirck Jansz Keuck in cortinge vande
lanthuer ghebracht voor de arme vrouw opte Keijns ende
d selve berekent drie ende t seventich gul[den] seven st[uivers] VJ pen[ingen]
dien zij datel[ijk] hebben voldaen in handen vande jegenwoordi
ghe weesm[eeste]ren ende sulcx bij haer aldus ghedaen voor Jan
Pietersz
jegenwoordich weesm[eeste]r Jan Corn[elis] Dircks ende
Corn[elis] Reijersz Oom schepenen ten daghe ende jaere als boven
ter ordonnantie vande zelve ghet[uigen ghet[ekent] bij mij secr[etaris]
                                                                    C Jansz Hogheboom not[aris] s[ecretari]s

somma berust volgende dese twe voorgaende rekeninge
onder die tegenwoordige weesm[eeste]ren de anno 1607 die
somma van - hondert vier ende dertich gul[den] IX st[uiver]s VIIJ penn[ingen]
daer van zij neffens haeren vorderen ontfang in tocomende rekeninge
sullen doen actum desen laesten december 1607

hier van bij Corn[elis] Heijndricksz en Jan Pietersz
Koeman
rekeninge ghedaen opten VIJen meij 1609
 

                        Op huijden den zevenden meij anno ons
                        heeren jesu christi XVJc ende neghen
. . . .
                        . . . .


. . . .

. . . . den 20en october 1610
. . . .
 

Op huijden den 20en october anno 1610 hebben
Jan Pietersz Koeman ende Claes Claesz Smit wees
m[eeste]ren de anno XVJc negen
henluijder reeckeninge ghedaen van haer ontfang
ende uuijtgheven van weghen den weeshuijse
ghehat ende ghedaen over den jaeren XVJx acht ende
negen vers[crheven] ende bij slot van reeckeninghe
bevonden bij de zelve ontfangen te weesen zoe
van de landthueren renten goets penn[ingen] van de
vercopingen huijshuer^kustinge berekende ende rede
penn[ingen] int blat hier vooren aen ghet[ekend] mitsgaders
d opgheloste hooft penn[ingen] te saemen die
somma van twe duijsent drie hondert negen ende
t sestich gul[den] XIX st[uivers] XIJ penn[ingen] ende daer inne
mede gherekent twe hondert gul[den] den weeshuijse
ghelegeert bij wijlen Jannitgen Jans de huijsvrouw van
Corn[elis] Janssz Ex svenhondert vijftich gul[den] hooft
penn[ingen] item uuijt gheset op renten aen verscheijden
luijde seeckere sommen ende anderen uuijt geeff
tot behoeff van den weeshuijse ende onderhout van den
wesen ghedaen in alles - 2375 - 8 -4 sulck
dat t weeshuijs schuldich berekent is schuldich te
zijn aen vijff gul[den] acht st[uivers] acht penn[ingen] als aen Claes Claesz
- 2 - 9 - 0 ende aen Jan Pietersz Koeman - 2 - 19 -
ende staet den weeshuijse voor resteerende renten noch
te ontfangen als hier nae onder d incomen is aen
ghet[ekent] aldus ghedaen voor Pieter Corn[elis] Michels jegen
woordich weesm[eeste]r mitsgaders Gerrit Heertgesz, Thijs
Jorisz
ende Jan Aeriansz schepenen schepenen date ut supra op
stathuijs in kennisse bij mij secret[aris]
                                                                    C Jansz Hogheboom not[aris] s[ecretari]s


Homepage | E-mail