werden van wegen zijne f[] e[dele] die suppli[an]ten bij provisie geautoriseert huerluijder predicanten ende schoolmeesteren te sallariseeren ende eerlijcken te onderhouden van innecomen ende goederen staende totte twee capelrijen deen van
Jacob Stoock ende dander van heer Sijmon mits dat sij luijden gehouden sijn t overscot van dien den armen mede tedel te deijlen actum t Enchuijsen opten XIXen augustij anno 1572 onder stondt gescreven Diedrich Sonnoij | en regierders met die reformeerde kercke jh[es]u Crhijsto tot Nijenijdorp hoe datter in de kercke van Nijenijdorp gefondeert zijn twee cappelrijen die een van Jacob Stooc ende dander van heer Sijmon ende naedemael het nu diebermhertige godt belieft heeft zijn arme bedruckte kercke uuijt der terianien hant te verlossen ende sijn reijne woort ende overechte godes diens aen den dach te brengen ende suppl[ian]t[e]n van herten begeeren de
crijstlijcke religie in te voeren door getrouwen dienaeren vanden woorde godes ende godvresende schoolmeijsteren maer sij suppl[ian]t[e]n gheen wisse incoomsten hebbende om haer schoolmeijsteren te onderhouden ende hebben ooc veel armen die geen schoolgelt mogen betalen soe suppliceren sij ootmoedelijc aen uwer e[dele] met alle reverentie ghij wilt hem suppl[ian]ten consenteeren ende laten volgen die renten ende emoumenten van dese twee cappelrijen tot onder houdinge van haeren dienaeren schoolmeesteren ende kerckendienst op dat dese goederen die tot noch toe misbruijct zijn tot grouwelijcke affgoderije nu mochte gebruijkt werden tot den warachtijgen doods goodes dienst tot loff van godes heijlijgen naemen ende uuijtbreijdinge van het rijck jh[es]u chri[sti] dit doende
sal uwer e[dele] den heere Chrij[sti] Jh[es]u getrouwel[ij]c dienen en hem suuppl[ian]t[e]n uwe getrouwe dienaeren een aengename werc doen de somma van dese twee voorsz[egde] vicarijen is dertien mergen belopende des jaers omtrent hondert ende t negentich gul[den] gecollationeert iegens den princepale requeste metten apostile daer op
gevolcht ende is daer mede op ten XXVJen februarij anno XVJc ende twee acorderende bevonden bij mij tot Nijdorp secretaris
Floris Claes Buijten |