| In den name des heeren amen in de jare na de beboorte christj 1505 twintigsten maij ten 8 uren voor de middag gelijck ook in het tweede jaar des pontificaats van de zeer heijlige in christo
vader ende heer Julij door godts genade de twee paus is voor mij openbare notaris ende ondergeschreven getuijgen hier toe besonder geroepen zijnde gecompareert de eerwaardige ende discrete Zijmon Willemsz priester van de parochie kerck tot Niedorp onder de adminis tratje van Uijtrecht met een voor bedogte ende rijpe overlegginge soo het uijterlijk scheen ende bleek verlangende voor dese wereltsche dingen de hemeltsche ende voor dese tijdelijke de euwige te verwisselen ende te gelijk tot lof ende eer der almagtigen gods ende de moeder Marja tot remedie ende behoudenisse der zilen der weldoenders ende van zijn selfs ziele willende tot desen eijnde van zijn goederen hem van god verleent ende gegeven zijne aan de voornoemde kerke tot Niedorp tot de outaar der twee
apostlen Zijmonis ende Juda door voorn[oemde] heer Zijmon Willemsz onlangs op geregt zijnde op een nieuwes op regten stichten ende begiftigen den vicariaat ofte capelaanije de welcke euwig zal dueren ende blijven heeft tot gifte ende voor een gifte gem van de cappellanije ofte vicariaat alsoo ook mede tot noodtrift ende onderhoudinge van een cappellaan de welcke dese cappelanije zal bedienen disponneert ende toe geeijgent met een eeuwige ende onherroepelijcke begiftinge zeven geersen grindt lants met drie sneesen boven paat gelegen onder het gebiedt van Nijedorp palende ende rontom leggende ten oosten aan Poulis Jansen met zijn broeders ende zuster ten westen aan |
| Cornelis Martensz nog tien geersen met
een snees boven paad palende ende leggende aan de kercklijke goederen aan de oost zijde ende aan Hendricks Jansz van Haarlem ten westen daar en boven een geers zaadtlant de ronde werff genaamt agter het huijs van Lambert Pietersz nog beneden de paadt een morgen lants ende twee sneesen van de welcke de om leggende zijn Walterus Willemsz aan de oostzijde als voogt van sijn moeder ende Gerhardus Lambertsz ten westen leggende allemaal in de voornoemde jurisdictie van Nijedorp daar en boven heeft de testateur gewilt ende wil dat Carolus Johannis (andersints Robijns genoemt ) clercq van Mechelen onder het cameraeensche gebiet tot de voorn[oemde] cappellanije ten eersten ende met een besonder confurmatje sal worden in gestelt ende bevestigt ende zoo
het mogte gebeuren dat de voorn[oemde] cappellange soude vaceren door het sterven van Carolus Robijns soo wil de testateur dat het regt van patrionaat (dat is de verkiesinge) sal weder keeren ende komen aan de testateur zoo lang hij zal leven ende na de doot van de testateur ofte stigter sal het regt om te prasenteeren comen op de naaste bloetverwanten van de voorn[oemde] stigter of testateur dog dat ook de jongste zoon voor de oudtste dogter sal praforeert werden de testateur wil ook indien het bloedt soude vervreemt werden door lange successie van tijden ende oneenigheden zoude ontstaan onder de bloetverwanten des eersten stigters dat twee opregte mannen van de op geregte parochie kerck tot Nijedorp van die tijd af ende altijd daar na sullen hebben
|
| het regt om in te stellen een dueglijken priester daar toe gequaem zijnde daar en boven wil hij ook soo de voorn[oemde] cappelanije een tijd lang soude bedient worden van een clercq uijt de school nog minder jarigh zijnde dat de priesterlijckt _ de selve soo haast hij 25 jaren sal oud zijn hem laat promoveren tot de priestelijcke order ander sins sal hij het regt dat hem toe komt ofte zal toe komen verliesen het gesangh zal staan na zijn believen ende dat d voorn[oemde] eerwaardige man Carolus clerck (alias Robijns genaamt) zoo lang de testateur sal leven dese cappellanije sal bedienen met twee psalmen van peenitentje te weten mesereje # |
ende de prefundus ende na des testateur
doot met vier missen | de een altijd op zondagh de ander in de weeke daar na van de selve zondagh te weten op de vierde en seste feria sonder nalatinge week en week na de tijd de testateur wil ook dat dit beneficie gansch niet zal gegeven werden aan een openbaare bordeel der ofte aan een hebbende een concubijne ende soo de bedienaar van de cappellanija door verleijdinge des zatans ofte door zijn eijgen vleesch hem met dese ondeugden dat god verhoude soude besmetten ende hij door den naasten priester vermaand zijnde sigh niet soude beteren sal hem in der daat ende sonder uijtstel een tijd lang dit genodt benemen ende aan een ander geven priester van een eerlijk ende lofflijk leven sijnde om dese
vicarjaat te bedienen over gegeven worden van de patroon alle vrugten aan de bedien de aer uijtdeelende sonder eenigh previlegie instellinge ofte ordonantje tegenstaande van wat digniteijten die mogten zijn daar en boven verzoekt en begeert de voornoemde testateur ootmoedelijcken ende devotelijken van de eerwaar dige ende aansienlijcke heer gesedt zijnde over West Vrieslant ofte die aan zijn plaats heerschapije mogte hebben dat het hem |
| gelieve dese stigtinge ofte stellinge van de voorn[oemde] cappellanije ende goederen voor vrij te stellen ende de cappellanje van nieuws op geregt zijnde met zijn ordinarise authoriteijt te approbeeren bevestigen ende tot een kercklijke beneficie eeuwigh te stellen ende voorn[oemde] clerck #
|
# na de canonijke instellinge voor gestelt zijnde | carolus als de eerste tot de voorn[oemde] cappellanije te stellen in de selve te confurmeeren alle dese dingen heeft de voorn[oemde] heer Zijmon van mij notaris publijk begeert beschreven te werden in een openbaar testament ofte openbare testamenten ofte instrumenten dese dingen zijn geschied in de parochi kerck tot Hoorn in de jare na de jndictje in de maant dag en ure ende pontificaat van de eerwaardige ende discrete mannen de heeren Johannes Jansz vicarius tot Oude Nijerop Alard Gerrardz van Medenblicq ende Zijmon Pietersz Verhorn borger van de stad Hoorn als geloofwaardige getuijge tot de
voorbeschreven zaken beroepen ende gebeden zijnde onder aan was geschreven onderteekent ende daar na jk Johannes zoon van Johannis Zijmontsz van Hoorn clerck onder het gebiedt van Uijtregt staande onder West Vrieslant met openbaare keijserlijke authorijteijt notaris terwijl alle dese voorsz[egde] saken geschieden ende gehandelt wierden ende met de voorn[oemde] getuijgen geweest hebbende gesien gehoort ende verstaan hebbe alsoo geschiet te zijn heb dit tgenwoordig instrument met mijn eijgen hant geschreven ende onder schreven met mijn gewoonlijke onderteekeninge ende naam onderteekent als gebeden ende
versogt tot geloofwaardige getuijgenisse van alle ijder besonder voorgaande zaken de onderschrift was Johannes zoon van Johannes Zijmontsz notarjus heeft dit onder screven onder aan was geschreven |
| dese copije is gecollatjoneert van woord tot woord uijt het orignael instrument van oudheijt bij na vergaan zijnde ende met een geloofweerdigh copije uijt het
selve originaal instrument van Franciscus Oirscot pastoor van de parochie kerck tot Nijderdorp uijt geschreven ende onder teekent komende over ene met beijde het welck jk notaris publijcq getuijgende met naam ende bij naam heb ondergeschreven inden jare na christj geboorte 1564 den 29 maij de onderschrift was Petrus Huitenus pastoor tot Nijdorp
ende de notarjs publ[iek] van t hoff van Hollant geadmitteert hebben dit onder geschreven Dese tegenwoordige tweede copie is uijtge schreven ende gecollatjoneert over een komende van woort tot woort met de ander copije het welcke jk Geraruds ___ Forcoest de zoon van Owesslj schoolmeester tot Nijdorp ende keijserlijke notaris publijcq
hoewel nog niet van t hoff van Hollant geadmitteert zijnde met zijn eijgen hant getuijge actum 1587 den 21 julij n[ieuwe] stijl Forcoest van Jtzenhoven naar collatje gedaan jegens gelijk extract onder teekent als boven is dese daar mede accorderen bevonden op den maart a[nn]o 1691
D= Burger |