101 Pieter Jansz Hant cruijdenier hierter ter stede vercoopt aen Pieter Corn[eli] sz Cuijper mede cruijdenier hier ter stede een huijs ende erve staende ende leggende binnen de selve stadt aende suijtsijde vant Dronckenoort belent met Jan Jansz Root coperslager ten westen ende Tonis Dircxsz Gorter ten oosten met een vrije uijtgangh inde steegh leggende beoosten dit huijs ende een vrije waterlosinge door de selve steegh streckende van t achterhuijs van dit huijs aff gaende langhs de muijr van t selve huijs heen tot het water van t Dronckenoort toe voorts met sijn packhuijs daer achter ende verder
verter getimmerte daer aen dependerende anders soo t selve beheijnt enede bettimm[er]t staende ende leggende is ende niet anders belast of beswaert dan buijren ende lendens verte |