Oud Recht 158 / 134 Alkmaar pdf29-03-2024 pag. 1

 

134

. . . .

Jacob Ariensz Hant als man ende
voocht van Neeltje Pieters de Goijer
ende Laurens Schagen als voochd
over Geertruijt ende Trijntge
de Goijer
kinderen van sa[liger] Pieter
Jacobsz de Goijer
vercopen met
authorisatie van de ed[ele] gerechte desen
stede in dato den 18e decemb[er] 1657
ons schepenen vertoont voor soo veel
de minderjarige aengaet aen Abram
Matijsz Schooff
poorter een camer
ende erve staende ende leggende aende
 

straet gaende langs de stadts versten
na de schermerpoort belent met
Claes Rijersz ten westen op een
gemene muer ende Cornelis
Poulusz
ten oosten t erf van de
vercopers huijs ten suijden met een
vrij euijtgangh in de steeg leggende
beoosten de vercopers huijsinge
met conditie dat Corn[elis]z Poulusz
t recht heeft om sijne bakken inde
oostermuer van dese camer
te leggen voorts dat de voors[chreven]
Claes Reijersz ende t huijs vande
vercopers sullen hebben een vrije
uijtgangh ende gebruijck van de put
op t erve van dit huijs staende
mits deselve put te samen ende
ijder voor een derde paert onderhouden
voorts dat de scheijd[ing]e tusscen
dit erf ende de vercopers sal gemaect
werden tot gemene costen met
een heijninge op de roijinge van de
noordermuer van de vercopers
achter cookentie gelijck mede
de scheijdinge tusschen dit erf ende
de voors[chreven] Claes Reijersz insgelijcx
 

135

sal gemaect werden op de roijinge
van de gemene middelmuer voorts
soo de selve camer iegenwoordich
betimmert is ende bij de vercopers
besten is geweest voor de waernis
verbinden general[ijk] te weten de vers[chreven]
Jacob Ariensz alle sijne goederen ende
de voors[chreven] Laurens Scagen alle de
goederen van vers[chreven] Geertruijt ende
Trijntie de Goijer etc[etra]
cooppenn[ingen] 230-0-0 vrijgelt te bet[alen]
op vier vervolgende maij dagen als
maij annus 1661 den je telckens 57-10-0
na breeder teneur de brieven
daer van gemaeckt bij schepenen
me[eeste]r Bartholt van Steenhuijssen
ende Frans Ocker den 23e julij 1661

deselve in voors[chreven] qualite vercoopen
Claes Reijersz woonende buijten dese stede
aende halve maens brugh een camer
ende erve staende ende gelegen
 

als boven belent met Abram
Matijsz Schooff
ten westen
deselve noch op een gemene muer
ten oosten de vercopers met haer
somer koockende ende cof ten
suijden met een vrij euijtgangh inde
steech leggende beoosten de vercopers
huijsinge met ende een vrije toegangh
ende gebruijck van de put staende
opt erf ten oostne mits deselve
neffens de eijgenaer van t sel[ven]
erf ende de vercopers gelijckel[ijk]
onderhouden voorts dat den coper
met de vers[chreven] Abram Matijsz tot
gemene costen sal moeten heijnen
ende roijinge van haere gemene
middelmuer gelijck mede de copers
ende vercopers sullen heijnen oostwaerts
op de roijinge van voors[chreven] somer
koockens noorder muer voorts
soude voors[chreven] camer betimmert is ende
bijde voors[chreven] vercopers beseten
geweest voor de waernisse verbint
general[ijk] etc[etra]

cooppenn[ingen] sijn 220-0-0 vrij gelt
 

136

te betalen uts[upra] telckens 55-0-0
na breeder teneur de brieven daer
van gemaect besegelt bij schpeen
ende in dato uts[upra]

. . . .


Homepage | E-mail