Jacob Walichs Brederoe als last ende procuratie hebbende van den heer Corn[eli]s Duijvens wonende in [de]s Gravenhage sijnde de selve procuratie gepasseert voor den not[ari]s Antonij Crol en sekere getuijgen binnen [de]s Granvehage voorn[oem]t op den 23 maij 1669 ( ons schepenen vertoont ) vercoopt indie q[ualit]e Sijbrant Ariens Hant als erfgenaam van Baart Claas Ossenhooft een huijs en erve aan de noort zijde van de Connicxwech belent de erfgenamen van Elisabet Nobels ten oosten en m[eeste]r Pieter Kuijper ten westen met alsucke conditen als de oude quijtscheldinge hier nagenoemt is medebrengende
belovende t vers[chreven] huijs en erve te vrijen ende te waeren gedurende de constituants eijgendom onder verbant van der constituants goederen transporteerde oude quijtschelding in dato den 21 maij 1636 cooppenn[ingne] 910-0-0 contant na inhoud van de brief besegelt bij scepenen Jo[hannes] Geldolph ver Fladraeken en David Colterman den 14 feb[ruari] 1669 |