172 . . . . Cornelis Jansz Clock ende Cornelis Toorenburch vermogens ende uijtcrachte van de authorisatie van de heeren schepenen desr stadt vercopen aen Sijbrant Ariensz Handt een huijs ende erve met een gort ende trutterije soo als het voors[chreven] huijs met gorterije bij Leendert Lucas Teerlingh metter doot ontruijmt ende |