de custingpenn[ingen] hier nevens gen[oem]t zijn voldaan als bij de gequi teerde custingb[rief] alhier vertoont is gebleken ergo sit art[ikel] voor memorie gelaten op den 9en april 1720 bij mij als getu[igen] clerrq Bontekoe | 44
ende door overlijden van derselver minderjarig kint het recht deses vercregen hebbende vercoopt Jacob Adriaansz Hant een huijs ende erve staande binnen dese stad aan de zuijtsijde van t Dronckenoort belent met Arijen Louris Gorter ten oosten ende do[min]e Sijmon Haringcarspel ten westen met een eijgen stuch aende westzijde leggende ende aande oostzijde een vrije uijtgangh ende watergangh door de steech voorts sodanich het selve aldaer staende ende gelegen is te vrijen gedurende t sedert de eijgendom van de gemelte porte onder generael verbant transporterende de oude quijtscheldinge bij gemelte portie daer aff vercregen besegelt ende in dato den 11e feb[ruari] a[nn]o 1660 cooppen[ingen]n 2020-0-0 op ses dagen 5 t volgens den
brieff daer van sijnde besegelt bij schepenen Baart ende van der Does den laasten maart 1670 . . . . |