m[eester Hendrick Cnol chirurgijn als voogt van de kinderne van Paulus Jacobs Decker en bij scheijd[ing] in dato den 16e junij 1677 deeelt aan het navolgende . . . . deselve nomine quo supra vercoopt aan Jacob Ariensz Hant een huijs en erve met een thuijn daar achter staande ende leggende aande zuijtsuijde van de oude gracht tegen over de brouwerije van t Swaart belent Ijsack Frans Ijserman ten oosten en Jan Ruijter ten westen met sodanige vrij en onvrijheden als de oude quijtsch[elding]e hier na genoemt is mede brengende belovende uts[upra] transp[orteer]t uts[upra] in dato den 10e
maart 1668 cooppenn[ing] 355 g[u]l[den] op 3 d 2 t voorts uts[upra] |