Voor de h[eren] schepenen Fijel en Vicheijn den sij verschenen do[cto]r Peter Vos en Derck Sam respective provisoren van dese stadts borger gasthuijs en hebben haren beijde tot borge gestelt voor de naec__inge van sad_ 654 g[u]l[den] 31 stuijvers als die van t voorsz[egde] gast huijs opheder toe cantesluis deser stadt uijt de penn[ingen] geproccedeert van t erff van Ceel Jacobsz uijt Neerbosch gelegen en bij Jacob Peters gerichtel[ijk] aengecost uijt hande van den ger richtst gelicht hebben abeq_ dato van 28 maij |