XL daer voorts nijemandt meerder voor biedende ende was soe is t zelve landt boven die geboedne somme opgehangen met noch drie ende t zestich gulden ende daer van affgeslaegen bij guldens halve gul[den]s ende oorden ende eijntelijck gecomen zijnde op twee gulden die bij Cornelis Dircxz van de Langelaen gemijnt ende cooper gebleven ende zijnde beloepende sulcxs die totaele coope die somme van negen ende dertich ca[roli] gulden ende is borge geworden Wouter Claesz naer alle
behoirlijcke soelemniteijten in dezen gerequireert aldus vercost inde harberge van Dirck Cornelisz Coninck ten overstaen van Pieter Jansz de Jonge schout Willem Gerritsz ende Baert Roeloffsz schepenen tot Assendelft den IJen octobris anno XVc negen ende t zeventichdes t oirconde soe hebbe ick schout voors[chreven] dezen midts zij zelver geen zeegel zijn gebruijckende onderteijckent hebben bezeegelt met mijnen zeegel hier benedn aengehangen opten sulcx die date vande veijlcedulle voors[chreven] t merct ^van Baert Roelofs Willem Geritsz |