| IJc XV Wij Pieter Iansz de Jonge schout met Jan Gertsz en Maerten Allertsz schepenen tot Assendelft doe condt allen luijden dat voor ons gecomen is Claes Cornelisz Noemmen onsse inwoend[er] ende buijrman ende bekende wel ende wettelijcken schuldich te wezen midtsdezen Marijtgen, Elisabeth en Neeltgen, Pieter Cornelis Noemmen dochters ofte den gerechten houdern van dezen die somme van vijffentseventich car[oli] gul[den] uuijt saecke van uuijtcoope van de erffenisse haer aenbestorven bij doode en[de] overlijden van Cornelis Cortensz Noem haeren grootevader die welcke hij comperant zal moegen houden op renten midts daer
van betaelende op maij vier caro[li] guldens ende thien stuijvers costeloos schaedeloos zonder eenich offbreck daer van op meij anno XVc vijffentachtich t eerste jaer rengen off gevallen ende verschenen wezen zal en[de] zoe voorts van maije tot meije en[de] jaere te jaere geduijrende tot dat d voorsz[egde] vijffentseventich gulden weder teffens ende teenenmaele opgebracht zal wezen mettet onbetaelde verloop van dien pro rata off tot welcke tijt de voorsz[egde] kinderen en[de] elcx van dijen bijsonder ten huwelijcke wezen sullen alsdan moegen opnemen gelijck hij comparant t haerder vermaninge beloeffden op te leggen elcx zijn quoto portie als vijffentwintich car[ol]i gulden mettet onbetaelde verloop van dijen nae advenhandt als vooren stelde ende verbonde hij comparant hijer voore teenen onderpande ende speciale hijpotheke
een koeven leggende int cruijslandt onverdeelt ende gemeen met Guert Claes Duves ende haer kinderen in t suijt endt binnen de ban van Assendelft beleendt Willem Gert Nijels cu[m] socijs aende zuijt west zijde Jan Dircxz cu[m] socijs aent noort west endt Wouter Joosten aende suijtnoort oost zijde en[de] Jan Dircxz cu[m] Socijs aent zuijt oost endt ende voorts generalijcken ende specialijcken zijns persooen ende andere landen ende goeder[en] roerende ende onroerende tegenwoordige en[de] toecomende leggen[de] binnen den banne van Assendelft en daer buijten ter werelt egeen uuijtgesondert submitteerende alle d zelve onder t verbant van heerlijcke ende reaele exwcutien van den hove van Hollandt en[de] alle andere heeren hoven weten rechten ende rechteren daer ende zulcx den gerechte
houder van deze gelieven zal mette coste renuchieren[de] ooc midts desen ende te buijten gaende alle beneficien ende exceptien van rechten inductien respijte de premdicibel wesende in eenigerwijs alles ter goeder trouwe sonder arch en[de] liste der waerheijt oirconde sal hebben ick schout voorsz[egd] deze brieff in presentie van[de] voorsz[egde] schepenen die dezen midts zij zelven geen zeegel zijn gebruijckende onderhantteijkent hebben ter requisitie van hem comparant beseegelt met mijn[en] zeegel hijer beneden aen gehangen op ten XIIIJen dach in septembers anno XVc vier ende tachtich Ijan Gerets
tmeck van Maerten + Allertsz |