ij Pieter Jansz de Jonge schout Gerrit Allertsz ende Dirck Ootgerz schepenen tot Assendelft doe condt allen luijden dat voor ons gecomen ende gecompareert is Cornelis Engelsz van t Hoff onze buijerman ende bekende v van Jacob Jacobsz no[mi]ne uxoris ende Ijsbrant Gerits zijn wijffs voor zoon gecost te hebben soe hij coste midtsdezen een stucke landts genaempt Lillesen ven groet omtrent binnen XIIJc LXIIIJ ende buijten J/cX roeden oft soe grooet ende cleijn alst geleegen is bij den hoop sonder maet leggende buijten huijsen in onzen banne belent Allert Cornelisz ende Sijmon Claesz zijn swaeger aende noort oost zijde ende Jocheer Willem Bardesen
aende zuijt west zijde ende dit voor de somme van twee duijsent ende achthondert guld[en] te betaelen vrij costeloos schadeloos ende sonder eenige affcoringe stuver gelt op diene eerstcomende mijen elcke meij een gerecht derdendeel midts dat expresselijck inde coope ondersprucken is dattet voorn[oemde] lant voor de voors[crheven] custinge penningen verbpden ende verhipotequeert soude blijven soe hij comparant ter cause voors[crheven] ende in conformiteijt van dien daer vore verbindt ende verhijpotequeert midtsdezen mitsgaders alle zijn andere goederen omme daer aen ende aende keure van dien bij gebreecke van betaelinge met all vorder costen schaeden ende interesten eenichsints te lijden bij de vors[chreven] Jan Jacobsz ende Ijsbrant Geritsz ende hare erven
verhaelt geint ende geexecuteert te worden met alle recht ende rechteren t oorconde soe hebbe ick shout voors[chreven] dezen brieff in tegenwoordicheijt van de voors[chreven] schepenen die dezen midts zij zelver geen seegel en gebruijcken onderteeckent hebben ten versoecke van de voors[chreven] comparant beseegelt met mijnen seegel hijer beneden aengehangen opten XXen dach in januarijo a[nn]0 XVJc seventhien |