16 Wij Barent de Jonge schout Adriaen Jansz ende Claes Sijmonsz schepenen ter Assendelft doen condt allen luijden dat voor ons gecomen ende gecompareertsijn Corn[elis] Engelsz van t Hoff als voocht van Willem Basiaensz Lourens Claesz Nomen starck mae[kende] voor sijn kinderen jan Maerte Keesen voor hem selven en in desen hem starckmac[kende] voor Claes Dircx sijn swager Maerte Jans voor hem selven ende in desen hem staerck maecken[de] voor sijn swagers alle onse buijerluijden ende erffgenamen van Willem Maert[ensz] sal[iger] ende bekende hij comparanten in qualijte voorsz[egde] wel ende wettelijc vercost gecedeert ende getransporteert
te hebben vercoste cedeerden ende transporteerde bij desen tot een vrijen eijgen Jan ende Cornelisz Jansz Peet mede onse beguijren vierhondert ende t negentich roeden landts in een stuck gelegen binnen onsen banne in Jancke Maerts weer onverdeelt ende gemeen met ses hondert t seventich oreden leen welcke in leen wert gehouden van de ed[ele] heer van Assendelft belent ten noord oosten Wouter Willems ende Corn[elis] Jan Floren met sijn bro[e]ders weduwe ten suijt oosten Cornelis Jan Floren voorn[oem]t met sijn bro[e]ders weduwe Corn[elis] Pieters de jonge ende Willem Cornelis Vrouwen ten suijt westen Ijsbrant gerrits Gael ende jancke Maerts ventgen ende ten noort westen Floris Pieters met sijn kinderen ende bekende zij comparanten in qualijte voorsz[egd]
voor de koope ende opdrachte van t het voorsz[egde] landt al voldaen ten vollen vernucht te wesen den laesten penninck met den eersten al ontfanghen te hebben belovende dien volgende t voorsz[egde] landt te vrijen ende te waeren gelijck men vrij lant ende erff inden banne van Assendelft schuldich es te vrijen ende te waeren al vrij sonder eenighen beswaernisse van pachten off rentens anders dan zijn dijckage wech ende wateringe als buijren landen ende waer saecke datter aende waernisse van van het voorsz[egde] landt eenich gebreck geschiede veel ofe quam ende niet vrij en waer als voorsz[egd] is soo sullen de voorn[oemde] Jan ende Cornleis Jansz soonen haeren erven ende naecomelingen altijt vrij vast ende wel gehouden wesen omme t haer te moegen verhaelen aen alle
der voorsz[egde] comparanten haeren erven ende naecomelinge goede[re]n roerende ende onroerende present ende toecomen[de] egeen ter wer[e]lt uijtgesondert die sij elcx in qualite voorsz[egd] daer vooren submitteerden t bedwanck van alle recht ende rechteren dit alles sonder froude t oorconde ende in des waerheijts kennisse heb ick schout voorsz[egd] desen brief in presentie van de voorn[oemde] schepenen die desen mits sij selver geen segel ende gebruijcken onderteijckent hebben ten versoecke van[de] voorn[oemde] comparanten besegelt met mijnen seegel hijer beneden aengehangen op ten XVJen februarij anno XVJc negenendetwintich |