| Wij Barendt de Jonge schoudt Jan Jansz Peet, Albert Engelsz Bieren schepenen tot Assendelft doen condt allen luijden dat voor ons gecomen ende gecompareert is CornelisEngelsz vant Hoff onsen buijerman vervangende ende in desen hem starckmaeckend vor Gerrit Corenlisz van t Hoff sijn soon ende zij comparant bekende in die qaulijte voorsz[egd] wel ende wettelijcken gecostte hebben gelijck hij cost bij desen van de e[erbare] Dirck Heijndricksz Groen poorter der stadt Alcmae rals gemachitchde van de eerbaren juffrouwe Cornelija van Swieten weduwe wijlen m[eeste]r Nicolaes Doedes portersz der stadt Haerlem een stucke landts genaemt
de ses geers root acht hondert vier roeden gelegen buijten huijsen binnen onsen banne gelent ten noort oosten Pieter Cornelisz ten suijt oosten Huijch Allert Gerridden weduwe ende kinderen ten suij twesten Jacob Claes ende ten noort westen de wechsloot ende dat voor de somme van tt vierthien hondert vierthien kar[oli] guldens tot XL grooten vl[aam]s t stuck te betaelen vrij costeloos schadeloos sonder eenighe affcortinge op drie d eerst comende maij daghen telckens een gerecht derden deel midts dat inden koop expresselijck in de koop ondersproecken is dat het vercoste landt voorde voorsz[egde] custingh pen[ningen] verbonden ende verhijpotequeert sal blijven soo hij comparant ter cause voorsz[egd] aenden conformiteijt van dien daer voore verbinndt ende verhijpotequeert bij desen alle
sijn ende sijenen erven andere landen ende goede[re]n roerende ende onroerende present ende toecomende egeen ter werelt uijtgesondert omme daer aen ende aende keure van dien bij fualte van betaelinge met alle vorder costen schaden ende intreresten ter oorsaecke van dien eenichsints te doen ofte lijden bij den wettigen houder deses verhaelt geint ende geexcuteert te worden met bedwanck van alle rechte ende rechteren sonder froude t oorconde ende in de waerheijt kennisse hebbe ick schout voorsz[egd] desen mits sij selven geen segel en gebruijcken onerteijckent hebben ten versoecken van de voorn[oemde] comparant besegelt met mijnen zegel hijer beneden aen gehanghen op ten den XJen maij a[n]no XVJc een en dertich B de Jonge Jan Iansoon Peet
Aelbert Engelsen |