ij Barent de Jonghe schout Maerten Huijgen van t Hoff ende Gerrit Heinricxs schepen[en] tot Assendelft doen kondt allen luijden dat voor ons gecomen ende gecompareert sijn Jan Engelsz onsen buerman ter eenre ende Cornelisz Engelsz van t Hoff uijt naem ende van weghen Pieter ende Gerrit Cornelisz sijn soonen nomini uxorum ende in desen hem haer voor sterck makende mitsgaders Jacob Claes als voocht van Neeltgen Engelsdr ter voorstaen van de regerende weesmeesteren tot Assendelft ter andere sijde ende sij comparanten bekenden met den anderen geschift gescheijden ende gegrondeelt te hebben sekeren parcelen van landen mitsgaderes seker gedeeelte van hijs ende erff
hen comparanten in qualite voorsz[egd] op en aengestorven bij dooden en overlijden van Gijsbert Engelsz haer respective broeder ende schoonbroeder soo dat de voorsz[egde] Jan Engelsz aende voorn[oemdep Cornelis Engelsz ende Jacob Claesz in qualite voorsz[egd] voren de last op de beterschap van sijn lot sal uijt keren een somme van ses hondert kar[oli] gul[den]s tot XL gro[ten] vl[aam]s t stuck te betaelen op maij dagen annis XVJc ses en seven ende dertich telckens de gerechte helft vrij cost en schadeloos t oirconde desen bi jons schout ende schepenen voorn[oem]t ondertijckent op ten XXIJ sept[ember] a[n]n 1634 Maerten Huijgen van t Hoff B de Jonge Gerrit Heindricksz
|