Oud Recht 2008 / 133 Assendelftpdf13-11-2023 pag. 1

 

W

CXXXIIJ

ij Hugo de Jonge schout Jan Maertsz ende Claes Claesz Wijvers
schepenen tot Assendelft doen kond allen luijden dat voor ons gecomen
ende gecompareert is Pieter Cornelisz van t Hoff onse buurman
ende hij comp[aran]t bekende voor hem sijnen erven ende nacoeml[ingen]
wel ende wettel[ijk] verroijlt vermangelt ende getransporteert te hebbe
gelijck hij verroijlde vermangelden ende transporteerde bij desen tot
eenen vrijen eijgen Gerrit Corn[elisz] van t Hoff sijn broeder een
stuckjen land genaemt het Cleijne land leggende binnen onsen
banne in de polder van Buijten huijsen groot ontrent
hondert drie en veertigh roeden belent ten noordoosten
den Nieuwendijck ten suijt oosten Gerrit Dircxs ten
suijt westen omede Gerrit Dircxs voorn[oem]t en ten norrod
westen die Wechsloot ende bekende hij comparant
voor den roijlinge mangelinge ende opdrachten van t voorsz[egde]
land al voldaen wel ende ten vollen vernoecht te wesen beloven[de]
voor al voldaen wel ende ten vollen vernoecht te wesen beloven[de]
voorts t voorsz[egde] verroijlden ende vermangelde land te vrijen ende
te waren gelijck men vrij land ende erff binnen den ban van Assendelft
schuldigh is te vrijen ende te waren gelijck men vrij land ende
erft binnen den ban van Assendelft schuldigh is te vrijen ende
te waren al vrij sonder eenige geswaernissen van pachten
ofte rentens anders dan sijn werck weer als bueren landt
ende waert saecken datter aende waernisse van t voorsc[hreven]
land eenigh gebreck geschieden viel ofte qaum ende
niet vrij en waer als voorsz[egd] is soo sullen de voorn[oemde]
Gerrit Cornelijsz sijnen erven ende nacomelinghen altijt vrij
vast ende wel gehouden wesen omme t haer te moghen verhalen
aen alle des voorn[oemde] comp[aran]ts sijnen erven ende nacomelingen
goede[re]n roren[de] ende onroeren[de] present ende toecomen[de] egeen ter
werelt uijt gesondert met bedwanck van allen recht ende
rechteren sonder fraude t oirconde ende in des waerheijts
kennissen heb ick schout voorsz[egd] desen brieff in presenti
van de voorsz[egde] schepen[en] die desen mits sij selver
geen segel en gebruijcken onderteijckent hebben ten versoecke
vande voorn[oem]de comp[aran]t besegelt met mijnen segel hier beneden
aengehangen opten IIJen aprilsi a[n]no XVJ vier en
veertigh                      Jan Maertesz
                                    Claes Claesz Wijnes


Homepage | E-mail