| Op huijden den VIIJen martij a[nn]o 1661 compareerde voor mijn Cornelis Masier not[ari]s publ[iek] bij den
hove van Hollandt geadmitteert binnen der stede Hoorn residerende in presentie van de nagenoemde getuijgen Jacob Jorisz als man ende voocht van Ael Pieters wonende op Swaechdijck ende Jan Cornelisz van Leijden als man ende voocht van Maritgen Pieters woonende tot Schellinchout mij notario wel bekent t samen indier qualite erffgenamen van Wouter Dircxsz in sijn leven gewoont hebbende tot Nieuwe Niedorp elcx voor een sestepaert ende sulcx voor een sestepaert elcx eijgenaersvan een darde in seecker stuck landts genaemt de Uijtterven gelegen tot Nieuweniedorp voorn[oem]t groot int geheel ontrent anderhalff morgen de welcke verclaerden ende bekende elcx haer vers[chreven] sestepaert int selve landt vercocht te hebben aen Willem Woutersz
meelmolenaer op de molen genaemt de Valck buijten de noorderpoort deser stede Hoorn ende de cooppen[ingen] daer van ten vollen ontfangen ende genoten te hebben den laetsten pen[ metten eersten sonder eenich recht actie ofte pretentie daer aen meer te hebben gevende mitsdien zij comparanten volcomen aucthorisatie last ende procuratie aen Cornelis Woutersz Kaescoper tot Nieuweniedorp voonr[oem]t omme elcx haer vers[chreven] sestepaert in een dardepaert van t selffde landt ten behoeve vande gemelde Willem Woutersz over te dragen ende behoorlijcke brieve van quijtscheldinge volgens en de gerechticheijt van dien te betalen d ordre te passeren ,, als off zij comparanten beijde
|