Willem Bouwensz van de Maer schout tot Heemskerck ratione officy eijscher
Contra Aerjan Corn[elis] Duijnmaijer ged[aagd]e den eijsscher concludeert tot condenmatie ende bij provisie tot nampt[issemen]t ter somme van sestien gulden twee stuijvers acht pen[ingen] ter saecke ende over boete ende besteedt werck bij den eijscher boet schoe schoech geschouwen ende ten over staen van scheepenen besteet met de costen |